

Het duo Death Letters uit Dordrecht speelt praktisch een thuiswedstrijd. Ik zag ze twee jaar geleden op dit festival, en kon me toen niet aan de indruk onttrekken dat ze wel erg gecharmeerd waren van The White Stripes, en niet alleen vanwege de samenstelling van een zingende gitarist en een drummer. De bluesrock van destijds is ondertussen ingeruild voor een energieke mix van doordenderende drums, vet aangezet gitaarwerk en een zanger die de schreeuwreikwijdte van zijn stembanden graag mag uittesten. Niets nieuws onder de zon, wel een band die goed gebruik maakt van zijn potentieel.


De prijs voor de leukste naam van de dag gaat naar Kleine Viezerik. De Amsterdamse rapper, Renaldo Dollard voor zijn moeder, kampt kortstondig met technische problemen, maar laat zich daardoor niet uit het veld slaan. In zijn rode trainingspak en met evenveel bling bling aan en om zijn handen en armen als op zijn gebit, weet hij het publiek te verleiden tot menige ‘call & response’. Nu nog een paar ranzige anekdotes en obsceen gezwaai met zijn al dan niet ook met bling bling versierde piemel, en dan hebben we pas echt van doen met een kleine viezerik.


Ik lig lekker in het zonnetje in het gras aan de oever van de vijver te kijken naar kinderen die zich vermaken in doorzichtige bollen die op het wateroppervlak drijven. In de verte hoor ik muziek, maar in mijn relaxmodus dringt het niet echt tot me door. Half rechtop gezeten vang ik steeds meer op en geconcentreerder luisterend, word ik toch wel nieuwsgierig. Ik moet het blokkenschema erbij halen om erachter te komen wie er op het podium staan. Het blijkt een Nederlandse band genaamd The Phantom Four & The Arguido en het podium naderbij komend, herken ik al snel een regelmatig in de vaderlandse muziekscène opduikende persoonlijkheid: Rudeboy. De combinatie van surfrockband en ‘The Arguido’ (dat naar ik aanneem een nieuw alias is voor de beweeglijke zanger / rapper) blijkt wonderwel goed te werken.


Het gezicht van Kurt Vile gaat regelmatig verscholen achter een flinke bos haar. Niet dat daar verder een reden voor dient te zijn, want Kurt Vile & The Violators hoeven zich nergens voor te schamen. Het stemgeluid van Kurt hangt ergens tussen Neil Young en Tom Petty in, met vlagen van Bob Dylan, en het songmateriaal is gevarieerd, waarbij kan worden geput uit vier albums, met zijn meest recente “Smoke ring for my halo” geldend als ‘doorbraakplaat’. Ik ben amper bekend met ’s mans werk maar als dit concert er een representatieve dwarsdoorsnede van moet voorstellen, dan is de (grotere) belangstelling die Kurt nu ten deel valt beslist verdiend. De band weet mijn aandacht vooral te trekken met de openingstrack – waarbij de slagwerker met een paukenstok en een hand drumt! – en het lang uitgesponnen, door fuzzgitaren gedomineerde “Hunchback”, een koppelstuk tussen The Stooges en The Velvet Underground. Single “Jesus fever” is meer traditioneel van opzet, net als “Freeway”, die eveneens door de keuring komen. Een voorlopig hoogtepunt.


Zonder enige twijfel is Tim Harrington, het ontegenzeggelijke boegbeeld van Les Savy Fav, de meest gefotografeerde man op Metropolis dit jaar. Hij geeft er dan ook alle aanleiding toe. Zijn opkomst met een Shirley Temple-achtige pruik is nog maar het begin. Vervolgens gaat de pruik af, en hangt het shirt open voordat het helemaal uit wordt getrokken. Tim besmeurt zichzelf met een rode vloeistof, gaat tussen het publiek staan, maakt her en der een praatje terwijl de muziek doorgaat, en dan gaat ook de broek uit, zodat niet meer dan een witte boxershort overblijft die prompt wordt beklad zodat het lijkt alsof Tim een bloedende penis heeft. Hij klimt op de geluidstoren, trekt armwarmers gaan, verorbert al zittend een banaan, zet een bouwvakkerhelm op, doet het laatste ook bij zijn collega bandleden, zingt een stukje “YMCA” en beklimt de speakers. Het publiek vergaapt zich aan de onvoorspelbare capriolen van Tim, en dan zou je bijna vergeten dat de rest van de band ‘gewoon’ muziek aan het maken is, als was het slechts een soundtrack of achtergrondmuziek voor Tim’s fratsen. Maar dat is het beslist niet, want wie zich niet al teveel laat afleiden door de aandacht opeisende zanger, heeft in de gaten dat Les Savy Fav een verdomd goede band is. Net als twee jaar geleden, toen op hetzelfde podium, eveneens een kale, dikke, deels ontblote zanger het visuele middelpunt was, geruggensteund door een prima (punk)band. Het Amerikaanse Fucked Up ging toen met de dagprijs aan de haal, dit jaar valt Les Savy Fav die eer ten deel met hun strakke, venijnige, aan ‘Bloc Party met een post-hardcore twist’ doen denkende rock in combinatie met een unieke, kolderieke frontman.


De term ‘wereldmuziek’ is prima van toepassing op Tamikrest, een Malinees gezelschap dat toebehoort tot het Toeareg volk. Ze combineren de wereld van westerse rockmuziek, meer bepaald moerassige psychedelica is wat ik erin terughoor, met die van hun eigen Afrikaanse roots. Dat levert warme, en even intrigerende als hypnotiserende klanken op die, zeker in combinatie met de aangename zonnestralen, in het hier en nu erg op hun plek zijn. Zelfs een xenofoob als Wilders zou deze muzikale multiculti kunnen waarderen. “Zolang ze natuurlijk maar na het optreden weer teruggaan naar hun eigen land”, hoor ik hem dan al denken…

Geen opmerkingen:
Een reactie posten