

Tot een week voorafgaande aan het festival had ik nog nooit gehoord van Jonathan Jeremiah. Toen ik zijn naam op het blokkenschema tegenkwam, als eerste act in de Maas zaal, was het de vraag of het de moeite waard zou zijn om daar wat eerder voor naar Rotterdam te komen. De Britse zangeres Rumer, één van de acts op basis waarvan ik een ticket had gekocht, en die na JJ zou optreden, had immers afgezegd wegens stemproblemen. Struinend over het internet op zoek naar informatie over maar vooral muziek van de Britse singer / songwriter, raakte ik al snel overtuigd van ’s mans kwaliteiten wat resulteerde in een cd aankoop. Op weg naar Ahoy neem ik via de iPod zijn debuutalbum “A solitary man” (weer) in me op, dat grotendeels op NSJ ten gehore wordt gebracht, begeleid door het Metropool Orkest, die de van zichzelf al warmbloedige songs van een extra gloed voorzien. Jonathan, gestoken in een wit pak, is goedgeluimd en maakt enkele kwinkslagen richting publiek. Single “Happiness” komt op het juiste moment, een perfecte verwoording van het blije gevoel en de anticiperende opwinding aan het prille begin van het festival, met nog zoveel muzikale hoogstandjes, lekkernijen en verrassingen te gaan. En dat geldt ook in culinaire zin…


Gelet op de lovende kritieken, muzikale stijl en podiumpersoonlijkheid had ik de sterke hoop en verwachting dat Janelle Monáe voor NSJ zou worden geboekt. Die gekoesterde wens is dus uitgekomen, en bijkans als een klein kind in afwachting van Sinterklaas sta ik in de Maas zaal alle soundcheck verrichtingen te volgen die op het podium plaatsvinden. Het is de tweede keer dat ik de getalenteerde zangeres / performer ga zien, en de eerste maal, in Amsterdam, stelde niet teleur. Toch ben ik wederom wat nerveus dat mijn verwachtingspatroon zodanig hoog is, dat het in de praktijk alleen maar kan tegenvallen. Gelukkig blijkt het tegendeel waar te zijn, want de show is opnieuw wervelend. De opbouw / setlist doet nu al vertrouwd aan – Janelle kan het waarschijnlijk dromen, zo niet slapend uitvoeren – startend met het tribale “Dance or die”, de Motown telg “Faster” en de extatische soulpop van “Locked inside”. Toch is er plaats gemaakt voor een paar verrassingen, en dat zijn allemaal covers.


Buiten is het lichtjes gaan regenen, maar vele druppeltjes maken uiteindelijk toch behoorlijk nat, en dus zoek ik beschutting onder een doek met uitzicht op een buitenpodium waar de Nederlander Ruben Hein en zijn band aan het optreden zijn. Misschien ben ik gemakzuchtig en kort door de bocht om er het etiket ‘de Hollandse versie van Jamie Cullum’ op te plakken, maar dat is wel het eerste wat me te binnenschiet als ik hem zo zie en hoor. Al zingend gezeten achter zijn piano, gezegend met een goed uiterlijk en maker van lekker in het gehoor liggende jazz met popinvloeden zoals Cullum ze ook maakt. “Loose fit”, uitgekomen op het befaamde “Blue Note” label, is de naam van zijn debuutalbum, een toepasselijke omschrijving van zijn stijl. Losjes en lekker, met het instant memorabele “Elephants” als prijsnummer.


Voor de Latijns-Amerikaanse klanken van de Panamese Rubén Blades en zijn big band ga ik er eens lekker voor zitten. Ik heb immers nog een hele tijd te gaan (lees: staan) met het nachtconcert van Prince in het vooruitzicht. De tropische muziek van Blades, die ik, al val ik in herhaling maar het is nu eenmaal zo, ook sympathiek overkomt, brengt me in een vakantiestemming. In mijn gedachten zit ik aan een fruitige cocktail bij een strandcabana met zicht op een wit strand, wuivende palmen en een bronskleurige, heupwiegende serveerster binnen handbereik. Een sterk contrast met de geheel mannelijke en in zwart gestoken band van Blades, maar misschien daarom des te knapper dat ze het sfeertje zo treffend weten neer te zetten. Blades, die ik ken van een paar kleine filmrollen, maakt gebruik van een autocue waarop in grote letters de songteksten te lezen zijn. (Al is dat alleen te zien als je op een bepaalde plek boven zit of staat). Niet dat het verder iets uitmaakt, want bij deze 63-jarige en zijn band is het aangenaam vertoeven. Na afloop wordt iedereen vriendelijk verzocht om de zaal te verlaten zodat deze kan worden schoongemaakt. Zo wil Prince het namelijk, die hier over een paar uur zal optreden. Eenmaal buiten de zaal, kunnen de die-hards zich weer voor de zaaldeur gaan opstellen, om verzekerd te zijn van een plekje vooraan.


Van Prince ben ik me uiteraard altijd wel bewust geweest, ik ben bekend met zijn hits door de jaren heen en heb het besef van zijn grote invloed op en iconische status binnen de popmuziek. Dus toen het nieuws bekend werd dat Prince op eigen verzoek drie opeenvolgende nachten op NSJ wilde optreden, met de belofte dat elk concert uniek zou zijn, zag ik daarin de ideale gelegenheid om Prince eindelijk eens te gaan zien, ondanks dat ik geen fan ben, nooit een cd van hem heb gekocht of mijn bijzondere interesse heeft genoten. Het was meer een kwestie van: ‘ik ben er dan toch al, zo’n kans krijg ik niet meer en het is wel Prince natuurlijk’. Het kopen van een ticket – ik zat er op het werk (ahum) helemaal klaar voor achter een pc – verliep aanvankelijk stroef, en na diverse vergeefse inlogpogingen op de ticketsite was ik er zo goed als van overtuigd achter het net te vissen. Maar tot mijn verbazing kwam ik er toch door en ik kon niet veel later mijn felbegeerde ticket uitprinten. Wanneer ik op de bewuste avond van het concert voor de eerste keer langs de zaaldeur loop, zie ik daar al diverse mensen op de grond zitten wachten. Een hele tijd later zie ik zo goed als niemand meer, wat voor verwarring zorgt. Is de hele meute al binnen? Moet ik genoegen nemen met een plek ergens achteraan? Nadat mijn ticket is gescand en ik langs de security door de klapdeuren ben gelopen, zie ik tot mijn verwondering een bescheiden plukje mensen, zittend op de grond voor het podium in een verder lege zaal. Ik kan op mijn gemak nog een biertje halen en met een heerlijk notencakeje achter de hand voor de honger begint het wachten…


Gelukkig zijn er wat lichtpuntjes te noteren: een door mij gehoopte gastoptreden van Janelle Monáe, zelfs al mag ze slechts de tamboerijn beroeren en een paar regeltjes meezingen, en uitvoeringen van “A love bizarre”, “If I was your girlfriend”, “Purple rain” en “Kiss”. Maar ja, eigenlijk komen die te laat, want pas op het einde, wanneer het ondertussen een uur of 4 (!) in de ochtend is geworden. Het is een gehoopte doch schrale compensatie voor de cover- en jamsessie waar Prince het publiek het grootste deel van de nacht mee om de oren heeft geslagen, in zijn perceptie om een party sfeer te creëren maar het tegendeel ermee bereikend. Maar goed, ik kan Prince na vannacht in ieder geval van mijn lijstje afstrepen. En gelukkig heb ik de foto’s nog. Van Janelle, wil dat zeggen… Meer foto’s hier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten