woensdag 18 april 2012

Maart 2012

CD’s

120 DAYS - II sample

Een van de beste optredens ooit die ik op het Pukkelpop festival heb mogen meemaken – een onbetwiste plek in een top 5 – werd gegeven door het Noorse kwartet 120 Days. Dat was in 2007, terwijl het debuutalbum een jaar eerder verscheen. De opvolger, simpelweg “II” geheten, heeft dus zes jaren op zich laten wachten, maar dat is het waard geweest. 120 Days heeft de beste elementen uit Giorgio Moroder, Kraftwerk, Underworld en electrorock geplukt en samengebald tot het soort krakers die mij naar de dichtstbijzijnde dansvloer doen hollen, om daar in trance uit mijn dak te gaan. Uitschieter is het bijna 10 minuten durende “Dahle disco”, dat dezelfde drive heeft als Primal Scream’s “Swastika eyes” of Kasabian’s “Reason is treason”. En ja, als genoemde bands meer de dans / electro kant op zouden gaan, dan komen ze vanzelf uit bij 120 Days dat stilstaan onmogelijk maakt met bijvoorbeeld “Osaka”, “Lucid dreams part III” of “Spacedoubt”. Beste Chokri, lees je mee…?

ELECTRICITY IN OUR HOMES – Dear shareholder sample
Het aanvankelijk als kwartet begonnen, maar na het vertrek van zanger Thomas Warmerdam – al na de 2e single – tot een trio uitgedunde EIOH presenteert eindelijk, vijf jaar na debuutsingle “The shareholders meeting EP”, waar de albumtitel dus aan refereert – hun eerste echte LP/CD. De singlesverzamelaar “They’ll like that, won’t they” (2009), bedoeld voor de Japanse markt, dus niet meegerekend. Ik ben tot dusverre trouw koper geweest van het onregelmatig, en telkens op een ander label (!) verschenen materiaal, en zoals gehoopt vormt “Dear shareholder” de kroon op het werk dat zowel een compositorische progressie als stilistische verbreding laat horen. De hoekigheid is er nog steeds, net als invloeden uit postpunk – The Fall met stip bovenaan – en C86, maar er zit meer rust in, melodieuzere zang en eigenheid. En daar word ik als aandeelhouder erg blij van.

POND – Beard, wives, denim sample
Gelijk Tame Impala dat zo goed de dromerige psychedelische sfeer wist te vangen die frontman Kevin Parker voor ogen had, brengt Pond – met daarin Tame Impala leden Nick Allbrook (bas) en Jay Watson (drums) - een soortgelijk, nauw verwant geluidsdecor tot leven. Een nevenproject van TI mag Pond niet genoemd worden, al was het maar omdat “Beard, wives, denim” hun vierde (!) album is, doch ook vanwege het feit dat de band daarmee schromelijk tekort zou worden gedaan. Vergeet daarbij de voorgaande drie vingeroefeningen die niet het niveau halen van deze volwaardige, verrassend sterke plaat die overloopt van spelplezier en pakkende liedjes (“Elegant design” en “Sun, sea and you” om er twee te noemen) die zijn geworteld in psychedelische, acid en garagerock met eind jaren 60, begin jaren 70 als datumstempel. Met deze plaat krijg je als luisteraar het volle pond! (Sorry, die woordspeling kon ik gewoon niet laten liggen…)

TENNIS – Young & old sample
Alaina Moore en Patrick Riley, zowel een muzikaal duo als liefdeskoppel, richtten samen Tennis op na een driekwart jaar durende expeditie per zeilschip, koersend naar de Bahamas. Klinkt idyllisch en romantisch, en houd het gevoel van de gedachte eraan vast, want dan heb je een idee van de sound van Tennis. Niet gevreesd, want het is geen geglazuurde pop die je tanden spontaan doet springen. De liedjes zijn als een lichte, verkoelende bries, aangenaam  van sfeer en ze  luisteren daardoor prettig weg. Tennis serveert enkele raak geplaatste ballen over het net, gevuld met sixties pop, surf en indie gitaarpop, terwijl “My better self” zo uit de koker van Saint Etienne had kunnen komen. “It all feels the same” is de titel van het openingsnummer, en zo is het maar net, want alles op “Young & old” voelt aan als een lichtvoetige weldaad.

FIELD MUSIC – Plumb sample
De vorige plaat heb ik – waarom eigenlijk? – links gelaten, maar de rest van hun output achtte ik aanschaf waard. En dat geldt zeker, want de beste tot nu toe, voor het vierde album van Field Music, in de kern bestaande uit de gebroeders Peter en David Brewis. Ze zien er gewoontjes en onopvallend uit – hun podiumpresentatie is bepaald niet opwindend, kan ik uit eigen ervaring optekenen – maar voor “Plumb” geldt dat gelukkig niet. Het album telt 15 miniatuurtjes die binnen de kaders van elk nummer regelmatig van kleur verschieten of maat wisselen. Doordacht en intelligent maar niet wijsneuzerig of (onnodig) complex, en met de intentie om het ‘popgevoel’ en een soort van typisch Britse klankkleur (XTC, The Beatles) te waarborgen. Ik verwacht eerlijk gezegd niet dat “Plumb” voor de verdiende doorbraak gaat zorgen – een combinatie van de bescheidenheid van deze band en de vaak gemakzuchtige smaak van het grote publiek – doch hopelijk weerhoudt dat Field Music er niet van om op deze voet door te gaan.

PULLED APART BY HORSES – Tough love sample
Een PABH optreden is een energieke en opwindende aangelegenheid, zo kan ik verzekeren, en “Tough love” is een plaat die recht doet aan hun live reputatie, zelfs beter dan het live album “Live in Leeds”. Niet dat het de voorganger uit 2010 daaraan ontbrak, maar “Tough love” is gewoon beter, compacter, steviger. Een kwestie van meer spelen, goede productie en nummers die staan als een huis. Single “V.E.N.O.M.”, waarmee de plaat opent, is net zo venijnig als de titel doet vermoeden, en tevens de start van een dik half uur aan samengebalde (hardcore) punk, rock met ballen en schreeuwzang. “Tough love” doet je de volumeknop van je versterker / iPod als vanzelf een ferme ruk naar rechts geven.

BRETON – Other people’s problems sample
“Een stukje Friendly Fires, een brok punkfunk, “dit lijkt op Foals”, hiphop beats, dub en elektronica met een twist.” Ik citeer hier mezelf uit een verslag van het London Calling festival in november jongstleden, waar men de vooruitziende blik had om dit toen onbekende vijftal – zelfs ik kende ze niet, ahum – aan de line up toe te voegen. Ondertussen is een half jaar verstreken, en is het debuutalbum een feit. Zoals ik de band omschreef op basis van hun optreden, gaat deels op voor “Other people’s problems”, want ik hoor verschil tussen Breton op plaat en op de bühne. Vervang in het citaat de punkfunk door electrorock, zet ‘step’ achter ‘dub’ en ik zit meer in de buurt van het geluid van Breton. “Jostle” en “Governing correctly” drukken de hand met Friendly Fires, en sommige zanglijnen doen aan Foals denken, maar Breton is verder toch vooral zichzelf. En het van een aanstekelijk koortje voorziene “Interference” zou best als single dienst kunnen doen.

WHITE RABBITS – Milk famous sample
De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik dit in New York gevestigde sextet  had geoormerkt als een nieuwe band, maar “Milk famous” is al hun derde album dat me toch redelijk nieuwsgierig maakt naar zijn voorgangers. De plaat bevat indierock waar vooral stukjes en beetjes van Radiohead in te herkennen zijn (“Hold it to the fire”, “Are you free”) die echter zijn gebruikt als creatieve bouwstenen om tot een eigen smoelwerk te komen. Dat de band dit mede probeert te bewerkstelligen door gebruik te maken van twee drummers, kan ik er niet aan af horen, maar dat doet verder niets af aan de kwaliteit van het gebodene. Dat blijkt wel uit de al genoemde songs, als ook bijvoorbeeld “Temporary”en “Danny come inside”.

THE STEPKIDS – The stepkids sample
Op sommige platen stuit ik pas geruime tijd nadat ze voor het eerst het levenslicht zagen. Zo ook hier, want “The stepkids” is al een half jaar oud. Beter laat dan nooit, want “The stepkids” verdient het niet om over het hoofd te worden gezien. De band bestaat uit drie Amerikanen (Dan Edinberg, Jeff Gitelman, Tim Walsh) die samen als sessiemuzikanten hun sporen hebben verdiend (o.a. voor Alicia Keys en Lauryn Hill) en nu voor eigen succes gaan. Het is ze gegund, want hun goed geproduceerde melange van psychedelische soul en dito funk en pop – “Psychedelic shack” van The Temptations is nooit ver weg evenals Isaac Hayes aan de LSD – waar retro en futurisme hand in hand gaan, spreekt creatieve boekdelen. Hoogtepunten? “Shadows of behalf” doet aan als een gelukzalige trip, het eigenzinnige “Brain  ninja”, en “Wonderfox”.

NZCA / LINES – Nzca / lines sample
Niet te verwarren met de rockband Nazca Lines uit Seatte, dit eenmansproject van Michael Lovett die met zijn debuutalbum behoorlijk 80er jaren getinte synthesizerpop weer van een nieuwe impuls voorziet. Een flard oude Human League, idem Ultravox daar, zonder klakkeloos de sound van weleer na te doen, als wel oppoetsen met een doekje dat het koper ook een contemporaine R’n’B glans meegeeft. Dichter bij het heden mogen bands als Hot Chip en Metronomy tot zielsverwanten worden gerekend. Net als het echte Nazca patroon is hier sprake van een fraaie stroomlijning die misschien nog het best wordt geïllustreerd door tracks als “Compass points”, “Okinawa channels”, “Nazca” en “Work”.

WIM – Wim sample
Achter WIM gaat geen Nederlander of Vlaming schuil die besloot om zijn doodgewone, niet bepaald showbizz waardige voornaam te gebruiken voor zijn muziek. WIM bestaat namelijk uit vier Australiërs (uit Sydney), en als je er al een voornaam op zou willen plakken, dan zou je bij eerste song “Colossus” geneigd zijn om ‘Rufus’ te gebruiken. Daarmee bedoel ik dus dhr. Wainwright, want daar heeft de stem van WIM zanger Martin Solomon behoorlijk wat van weg. En omdat het gedragen, volwassen  “Colossus” – de band op zijn best, als ik zo vrij mag zijn – zeker niet zou misstaan op het repertoire van Rufus, wordt de associatie alleen maar versterkt. Over een vergelijking met Grizzly Bear  doet WIM zelf ook niet moeilijk, getuige een quote uit de Los Angeles Times die een prominente plek op hun website bekleedt. Tot slot, WIM refereert wel degelijk naar ene Wim, namelijk de Duitse filmmaker Wim Wenders. Hij mag zich, gelet op de kwaliteiten van WIM, best vereerd voelen.

ZULU – Way of the Zulu sample
Een anachronistische release, want alleen uitgebracht op audiocassette. Maar goed dat ik er een downloadcode bij kreeg want anders had ik het kleinood niet eens kunnen afspelen! Afijn, met een cassette ga je tegen de stroom in dus het zal weinig verbazing wekken als ik zeg dat Zulu zichzelf afficheert als punk. “Way of the zulu” mag dan de titel wezen, maar in de digitale versie heet het opeens ‘studio demos’ en dat dekt de lading stukken beter. De muziek zit ergens tussen The Eighties Matchbox B-Line Disaster, Black Wire en Black Flag in (allemaal reeds lang ter ziele) met een lichte ‘gothic’ (80s style) tic. De weg die Zulu bewandelt is behoorlijk platgetreden. De energie en attitude is er, aan de nummers moet nog geschaafd worden. De lat dienen ze te leggen bij “Bloody & rare”, want dat is de beste van het stel. 

Met terugwerkende kracht

THE OUTSIDERS – Calling on youth sample
Voordat Adrian Borland zich met succes stortte op The Sound en minstens twee klassiekers naliet tijdens de hoogtijdagen van new wave, was hij eind jaren zeventig in redelijke obscuriteit de aanjager van punk trio The Outsiders. Twee albums brachten ze uit, waarvan “Calling on youth” de eerste was. Veel reden tot vreugde geeft deze heruitgave niet. Het punkgehalte is behoorlijk laag (“Hit and run”, “Calling on youth” en dat was het wel zo’n beetje) en de rest zwalkt tussen 70s rock (“I’m screwed up”), ingetogen en ietwat jazzy (“Break free”), singer songwriter (“Start over”) en een strontvervelende ballad (“Walking through a storm”). Geen wonder dat ze outsiders bleven en als een nachtkaars uitgingen. Maar goed dus dat Borland zich een paar jaar later met verve wist te revancheren.

Singles

ZULU WINTER – You should be swimming sample

De tweede single van dit vijftal uit Londen is een geslaagde sollicitatie naar aandacht en erkenning. Je hoort het in gedachten al op de radio voorbijkomen. En ofschoon ‘slechts’ een demo, is B-kant “Sycamore trees” evenmin te versmaden. Met een sound die een naar succes lonkende symbiose oplevert tussen Friendly Fires en een geïnspireerde Coldplay zwemt Zulu Winter overtuigend naar een winnende tijd.  

CLOUT! – EP sample
Niet te verwarren met de Zuid-Afrikaanse (vrouwen)band die in de jaren zeventig in Nederland hits scoorde met o.a. “Substitute”. Het verschil zit hem in het uitroepteken, en het feit dat deze vijfkoppige Clout! uit Londen afkomstig is en zich in het tegen het experimentele schurkende muzikale spectrum bevindt. Je voelt aan dat Clout! dezelfde invloeden deelt als S.C.U.M. en The Horrors, maar ze doen er iets anders mee en blijven beduidend meer ‘left field’. En nu ik laatstgenoemde toch al genoemd heb: Tom Furse, toetsenist van The Horrors, doet hier een belangrijke duit in het zakje met een prima remix van “Maxwell’s O”.

WOMAN’S HOUR – Jenni sample
Vrouwenuurtje? Niet meteen denken aan de muzikale evenknie van koffietijd-achtig geleuter. De drie mannen en één jongedame – meer een mannenuurtje dus eigenlijk – sprankelen namelijk op hun eerste single. Met dank aan de gitaar die op Vampire Weekendverlof is, en een aangenaam klinkend zangeresje (Fiona Burgess). B-kant “Human” is een ingetogen kruising tussen The XX en Warpaint.

DUANE - Postcard from hell sample
Eén blik op het hoesje van de debuutsingle van deze Duane en je begrijpt waarom hij zichzelf ‘the teenage weirdo’ noemt. Ondanks of juist vanwege die kwalificatie zag Jack White voldoende reden om Duane een plek te gunnen op zijn Third Man (vinyl) label, en hem bovendien op zowel A- als B-kant (“Bubblegum encore”) muzikaal bij te staan op synthesizer. Over een bedje van primitieve electrorock zingt Duane op een wijze die recht doet aan zijn bijnaam. Lichtelijk excentriek.

NIK COLK VOID – Gold E sample
Niki Colk ken ik nog als zangeres / gitarist van indierock / art punk band Kaito, en in die hoedanigheid zag ik haar een leuk optreden geven in Paradiso. Inmiddels is ze sinds een aantal jaren verbonden aan het experimentele noise / dance trio Factory Floor, en met “Gold E” maakt ze haar debuut als soloartiest. Deze single, bestaande uit zowel een regulier vinyl plaatje als een afspeelbare hoes van mettertijd zichzelf afbrekend materiaal (!) – de waarschuwing dat de pick-up naald schade kan oplopen heb ik niet in de wind geslagen – bevat experimentele, metalen klanken, waarin de echo doorklinkt voor Throbbing Gristle en aanverwanten.

HAIM – Forever EP sample
Haim is de familienaam van Danielle, Alana en Este, drie zussen die samen met drummer Dash Hutton deze vanuit Los Angeles opererende groep vormen. Hun eerste visitekaartje bestaat uit deze drie songs tellende EP die als gratis, legale download verkrijgbaar is via hun website. “Forever” bevat drie nummers die pop, folk, R’n’B en vrouwelijke samenzang samenbrengen op een manier die mij aandoet als Amerikaans en geknipt lijkt voor de ‘mainstream’ hitlijsten of soundtrack voor een ‘feel good’ film. Dat is niet bedoeld als kritiek want de liedjes luisteren prettig weg. Maar vaak zal ik er niet naar luisteren.