maandag 8 april 2013

Palma Violets - Amsterdam : Bitterzoet : donderdag 28 maart 2013

Gelet op de enorme, door NME gecreëerde hype (wie anders?) kan het niet anders zijn dan dat zaal Bitterzoet vanavond is uitverkocht. Iedereen, ondergetekende inbegrepen, is benieuwd of Palma Violets, een nog geen twee jaar oude band uit Londen, alle loftuitingen waard zijn. De voortekenen, althans wat mezelf betreft, waren niet gunstig. Aanvankelijk raakte ik geïntrigeerd door de eerste berichten en artikelen waarin de band werd genoemd, mede vanwege muzikale verwijzingen naar onder meer Echo & The Bunnymen en The Doors. Dat was voordat ik één noot muziek van ze had gehoord. Van de eerste paar YouTube clipjes – live gespeelde nummers opgenomen met een telefooncamera – kon ik niet enthousiast worden. Maar vooruit, die waren niet denderend van kwaliteit dus PV kreeg nog het voordeel van de twijfel. Toen debuutsingle “Best of friends” een feit was, maakte zich een vorm van ongeloof van mij meester: “Is dit het nou?” Ja, dat was het dus. “Op zijn best een gruizig garagerocknummer in de trant van de al tien jaar meelopende Black Lips. De nieuwe kleren van de keizer?” oordeelde ik op dit weblog. Ik ben wel wat gewend met betrekking tot NME hypes, maar toen “Best of friends” werd uitverkoren tot ‘Track of the year’ (van 2012) kon ik het blad even niet meer serieus nemen. Vervolgens kwam het album, dat (uiteraard) ook de goedkeuring van de hypemachine kon wegdragen. Ik was echter nog steeds niet overtuigd. En toch… Zou het misschien kunnen dat Palma Violets een band is die je live een keer moet hebben gezien, om de klik te kunnen maken, vroeg ik me af? Waar anderen op genoemde ervaringen wellicht al waren afgehaakt, kocht ondergetekende een kaartje voor Bitterzoet – niet het Nederlandse podiumdebuut trouwens, die primeur had Eurosonic in januari jl. Ter voorbereiding nog maar eens enkele keren het album gedraaid, en verdomd, het begon zowaar te kriebelen. Te pas en te onpas zat ik “Best of friends” te neuriën. Voor de goede orde: “180” is zeker geen briljant of perfect album maar je proeft wel de opwinding en jeugdige overmoed waarmee het is gemaakt en hoe dat live zou kunnen smaken. En dat smaakt goed!

Gelukkig hoef ik niet lang te wachten op de band want dankzij een combinatie van een vlekkeloos verlopen reis, het ontbreken van een voorprogramma, de gunstige locatie van Bitterzoet – een minuut of vijf lopen vanaf A’dam CS – en de stipte aanvang, nemen de vier Britse begintwintigers hun plek in op het podium nadat ik amper vijf minuten in de zaal ben. Vanaf de aftrap spat de energie en het enthousiasme van de band af. Althans voor driekwart, want toetsenist Pete Mayhew, gezeten achter zijn orgeltje aan de zijkant van het podium, is de rust zelve en speelt zijn partijen met een blik die het midden houdt tussen ernst en gelatenheid. Dat het er soms op lijkt dat het voor Pete allemaal niet zo nodig hoeft, is echter maar schijn want tijdens de toegift, als zijn orgeldienst erop zit, staat hij als een jonge hond op en neer te stuiteren achter een gedeelde microfoon. Collega Alexander ‘Chilli’ Jesson bewaart zijn geestdrift niet voor het slot want daar geeft hij al blijk van zodra hij zijn bas heeft omgegespt. Chilli wil er iets speciaals van maken, laat hij ons weten, en iedereen wordt daarbij betrokken. Mensen op het balkon en achterin de zaal worden opgejut en wanneer Chilli de toeschouwers aanspoort om onze handen in de lucht te doen, geeft menigeen daar gehoor aan, van voor tot achter, en van onder tot boven. Drummer Will Doyle beloont de bijval door op zijn kruk te gaan staan en een triomfantelijke pose aan te nemen waardoor ook meteen zijn kleurige korte broek zichtbaar wordt. 

Begeesterde taferelen zoals hierboven omschreven krijg je alleen voor elkaar als de muziek daar ook aanleiding toe geeft. Palma Violets moeten het niet hebben van technische begaafdheid, originele invalshoeken of briljante liedjes maar ze brengen het met zoveel elan en schwung dat je ze die tekortkomingen al snel vergeeft. Hun garage/indierock songs lenen zich er voor om mee te brullen (vooral het refrein van “Best of friends”, zoals vanavond blijkt), wat op en neer te springen (“Rattlesnake highway”, “Tom the drum”, met name in de frontlinie pal voor de bühne) of de soundtrack te laten zijn van een avondje uit terwijl het bier rijkelijk vloeit. Dan maakt het ook niet zoveel meer uit dat de fundering soms rammelt, (aanstekelijk) uit de bocht vliegt of dat het compositorisch en tekstueel niet altijd tot de hoogvliegers behoort (“All the garden birds”). “I wanna be your friend”, klinkt het in de single, en vanavond willen we maar wat graag maatjes worden met de jonge, gretige honden. Vanwege het gedeelde frontmanschap en de innige band tussen Chilli en zanger / gitarist Sam Fryer is al vaker een vergelijking met (Pete & Carl van) The Libertines gemaakt. Voor een deel gaat die vlieger op en ook bij vlagen aangaande de muziek. Gelukkig heeft Palma Violets geen last van aspiraties met betrekking tot ‘junkie chic’ of de hogere kunsten (dichten en acteren, zoals Pete Carl) maar zijn ze veel meer een viereenheid die het al te gek vindt überhaupt op een podium te staan, met ‘lang leve de lol’ hoog in het vaandel geklad. De beste nieuwe Britse band, alle kretologie van NME ten spijt, zijn Palma Violets dan weer niet – ik noem bijvoorbeeld Savages als meer serieuze kandidaat – maar ze zijn zonder twijfel wel een van de meest leuke en vitale die je momenteel live kunt meemaken.

Setlist (bij benadering bepaald, doch mogelijk geheel correct!) : Johnny bagga donuts * Rattlesnake highway * All the garden birds * Tom the drum * Best of friends * Step up for the cool cats * Last of the summer wine * We found love * 14 * (toegift) Invasion of the tribbles * Brand new song

Meer foto’s hier en een filmpje daar!

woensdag 3 april 2013

The Internet / Kilo Kish / C2C - Amsterdam : Paradiso : dinsdag 19 maart 2013

Het is nog vroeg in de avond, rond kwart voor zeven, en de eerste concertgangers staan al te wachten voor de deur van Paradiso met uitgeprinte tickets in de hand. Ze zijn hier voor het uitverkochte concert van het Franse DJ kwartet 2C2 dat om 20.30u van start gaat in de grote zaal. Deze vroege vogels, die zich waarschijnlijk verzekerd willen weten van een goede sta- of zitplaats, mogen echter nog niet naar binnen. Dat geldt wel voor degenen die een kaartje hebben voor het dubbelconcert in de kleine zaal waar beduidend minder belangstelling voor is: The Internet en Kilo Kish. Maar dat zijn dan ook (nog) geen bekende of populaire acts, al zijn ze verbonden aan een collectief waarvoor dat wel geldt: Odd Future. The Internet leden Syd tha Kyd en Matt Martians (Sydney Bennett en Matthew Martin volgens de burgerlijke staat) maken namelijk deel uit van Odd Future, terwijl Kilo Kish (het alias van Lakisha Kimberly Robinson) op haar twee tot dusverre uitgebrachte mix-tapes assistentie kreeg van diverse OF members zoals Earl Sweatshirt, Tyler The Creator , Syd en Matt. De diverse afgeleiden en solo-activiteiten van Odd Future vind ik beduidend interessanter dan het ‘moederschip’ zelf. Zo had ik vorig jaar liever OF lid Frank Orange op Pukkelpop gezien – maar die moest helaas verstek laten gaan – dan OF – voluit OFWGKTA (Odd Future Wolf Gang Kill Them All) – dat er wél stond. En “Purple naked ladies”, het debuutalbum van The Internet, hoefde vorig jaar in mijn lijst van favoriete langspelers slechts één concurrent boven zich te dulden. The Internet en Kilo Kish hebben nu de handen ineengeslagen ten behoeve van een Europese tournee die vooral bestaat uit diverse data in Engeland, en verder alleen Brussel, Amsterdam en (als laatste) Parijs omspant. 

Om Kilo Kish, die het spits mag afbijten, de aanblik van een nagenoeg lege zaal te besparen, wordt de geplande aanvang wat naar achteren geschoven. Waarschijnlijk met de bedoeling om zo publiek te lokken dat binnenstroomt voor het C2C concert en in de aanloop daarvan ze een ‘bonusoptreden’ aan te bieden. Tegen de tijd dat de zaal voldoende is gevuld, en de Kilo Kish begeleidende dj Kitty Cash (Cachee Livingston) bij wijze van warming up er wat rap en hiphopplaatjes tegenaan heeft gegooid, maakt de 22-jarige artieste haar entree op het kleine podium. Onder haar krullenbol gaat een zachtaardig gezicht schuil, een smaakvol bloemetjespak en nette, hippe schoenen. Niet het prototype van een vrouwelijke rap / hiphop artiest. Ze gaat van start met “Navy”, een van de tracks, en naar mijn smaak het beste nummer, van haar eerste mix-tape “Homeschool”. Haar tweede release, “K+”, is nog niet zo lang uit, en net als zijn voorganger gratis te downloaden via haar website. “K+” heb ik pas een dag in ‘mijn bezit’ en op weg naar Amsterdam hoor ik de nummers pas voor het eerst. Op het eerste gehoor spreekt het me minder aan dan “Homeschool” waar de productionele invloed van The Internet er vanaf druipt. Het lome, jazzy “Navy” met zich gracieus ontvouwende synthesizerklanken in het refrein, had dan ook naadloos op “Purple naked ladies” gepast. De rap/zang van Kilo Kish is zoetvloeiend, relaxed en terughoudend, en de beats lenen zich er goed voor om zachtjes met het hoofd mee te bewegen.  

“Just say something! Anything!” spoort Kilo Kish een aantal toeschouwers aan die zij haar microfoon onder de neus drukt. De knul die al vanaf minuut één tegen het lage podium staat aangeplakt – en er in zijn merkbare bewondering voor de zangeres nog net niet tegenaan staat te rijden – hoeft zich geen seconde te bedenken. “I love you!” brult hij geestdriftig in de microfoon. Een vriend van hem springt de bühne op, gaat naast Kilo Kish staan en vereeuwigt zichzelf met haar met behulp van zijn mobiele telefoon. “I just gotta do this!” verklaar de jonge fan, om vervolgens nog een foto te maken. Overigens, na haar optreden, Kilo Kish staat dan pal naast me naar The Internet te kijken, wordt ze nog een paar keer door deze jongens en andere fans bestookt met verzoekjes om samen met hen te poseren voor een foto. Zoals gezegd heb ik “K+” pas één keer beluisterd dus ik ben er nog niet vertrouwd mee. “Trappin’” herken ik wel, maar het noemen van “Turquoise” en “Creepwave” doe ik op de gok. Kilo Kish beweegt subtiel ritmisch mee met de muziek en charmeert het publiek met haar innemende glimlach. De opgewonden knullen zullen vast de avond van hun leven hebben gehad. Talent heeft de rapper/zangeres zeker, en een doorbraak valt niet uit te sluiten, maar zelf vind ik het meer OK dan bijzonder.

Na een minuut of twintig aan ombouwpauze maken we verbinding met The Internet. “Weird-ass music”, zo omschreven Syd(ney) en Mat(thew) hun muziek ooit. Na beluistering van hun (debuut)plaat “Purple naked ladies” kwam ik tot de volgende lovende woorden: “…Lavalamp soul / hiphop voor de 21e eeuw; het is hoe de muziek zich lijkt te bewegen: ondoorgrondelijk, vloeiend en fascinerend. En heel erg van nu, eigenzinnig wijzend naar de toekomst...”. Het is een plaat die mij ook deed afvragen hoe ze dat live gingen vertalen. En zouden dan alleen de twee kernleden van The Internet dit voor elkaar gaan boksen? Het drumstel en een keyboard die al voorafgaande aan het optreden op de bühne zijn opgesteld, zijn een eerste, duidelijke hint. Uiteindelijk blijkt de live incarnatie van The Internet uit vijf leden te bestaan. Matt mag niet ontbreken natuurlijk, maar opvallend genoeg is hij degene die zich het meest op de vlakte houdt. Met muts op en jas aan, staat hij achter een keyboard waar hij meer voor de accenten lijkt te zorgen als aanvulling op het prominente toetsenwerk van Tay Walker die ook in zingend opzicht een aandacht opeisende rol vervult. Een drummer en een bassist zorgen voor een solide ritmische ondergrond en als laatste duikt Syd op in een Odd Future sweater die ze al snel uittrekt, gevolgd door haar kleurige gympen. Net als Kilo Kish is de op kousenvoeten optredende Syd vriendelijk, goedgemutst en ook even dankbaar als verbaasd dat er meer mensen zijn komen opdagen dan ze had verwacht. Het komt gemeend over.

Het is even voor ondergetekende wennen om de vaak gedraaide songs van “Purple naked ladies” in een ander jasje te horen. Natuurlijk, de songs zijn hetzelfde gebleven maar live gespeeld, met gebruikmaking van instrumenten die op plaat minder hoorbaar of als zodanig herkenbaar zijn, in combinatie met het wegvallen van experimentele studio-effecten (verknipte stemmen, bewust wiebelende, zwabberende geluiden) doen ze beduidend minder ‘weird-ass’ (hun woorden dus) aan dan verwacht. De liedjes zijn als het ware ‘ver-North Sea Jazz-st’. Want in deze vorm is de band geknipt voor het genoemde jazzevent, terwijl je ze op basis van het album eerder associeert met vooruitstrevende popfestivals à la Pukkelpop of Lowlands. Een beetje spijtig vind ik dat wel, aan de andere kant realiseer ik me dat ik nu ook naar alleen Syd en Matt had kunnen kijken: de een zingend, de ander alle muziek uit een knoppendoosje producerend, en dat is minder spannend om te zien. Ofschoon het ‘alien’ karakter van de songs hier op het podium een meer aardser vorm heeft aangenomen, tast dit de kwaliteit van de liedjes niet aan. Het valt te prijzen dat de band in de uitdaging van een ‘studio naar bühne’ transformatie van het songmateriaal een weg heeft gevonden die The Internet toegankelijker maakt maar nog voldoende eigenzinnigheid doet behouden. Vanavond staat in het teken van “Purple naked ladies”, dat beginnend met “They say” onder andere vertegenwoordigd wordt door “She dgaf”, “Cocaine”, “Gurl” en “Ode to a dream”, de laatste met Kilo Kish als gastvocalist, net als op de plaat. Keyboardspeler (en filmacademiestudent) Tay Walker krijgt met “Karma” – geen nummer van The Internet, maar van hemzelf – de gelegenheid om zichzelf als soulvolle soloartiest te profileren. De internetverbinding wordt na een klein uur verbroken, genoeg om de nieuwe smaak van het muzikale websurfen te hebben geproefd. Minder ‘odd futuristic’ dan verwacht maar nog steeds een interessant toekomstperspectief.  

Na een vruchteloze poging om mijn zoveelste T-shirt aan te schaffen – The Internet was al vóór de komst naar Amsterdam door de hele voorraad heen, en ironisch genoeg zijn ze ook niet na te bestellen via het internet – loop ik nog even het balkon op van de grote zaal waar het Franse DJ-collectief C2C voor een uitverkocht publiek zijn kunsten vertoont. Voor alle duidelijkheid: we hebben hier niet te maken met een stel draaiers van andermans platen maar met een kwartet dat voor eigen product gaat. En dat ‘product’ gaat erin als koek, getuige de publieksreacties. De vier Fransen, keurig naast elkaar opgesteld met ieder onder de neus een oplichtende draaitafel, gooien er een goed verteerbare mix van dansstijlen tegenaan – niks te extreems overigens – waarmee ze zichzelf al verzekerd hebben van een plekje op het affiche van het eerstvolgende Pinkpop festival. Mij waren ze tot dusverre onbekend maar ik begrijp wel waar ze hun Pinkpopinvitatie aan hebben verdiend. Ik gok met vrij grote waarschijnlijkheid dat er dan sprake zal zijn van een uitpuilende tent – oftewel de ‘Brand Bier Stage’ zoals het op Megaland is gedoopt – waarin het publiek een uur of wat wordt opgezweept door deze enthousiaste Fransozen.

Meer foto’s hier!