zondag 22 januari 2012

Echo And The Bunnymen / Coves - Amsterdam : Paradiso : zaterdag 21 januari 2012


Ooit was het integraal spelen van ‘klassieke’ albums door de makers ervan een noviteit, maar in de loop der jaren is het een bijna vertrouwd onderdeel geworden van de concertagenda. Zeker voor bands die hun topjaren al lang en breed achter zich hebben liggen, is het een doorgaans lucratieve manier geworden om zichzelf weer in de schijnwerpers te zetten en tegelijkertijd het publiek, meestal behorend tot de oudere jongeren of een tandje hoger, een nostalgietrip te bezorgen. De afgelopen jaren heb ik er  dankbaar gebruik van gemaakt, met uitvoeringen van onder andere de eerste twee albums van Buzzcocks, Killing Joke, Joy Division en “Love” van The Cult. Vanavond is het de beurt aan Echo And The Bunnymen die in een uitverkocht Paradiso hun debuut “Crocodiles” (1980) en de magistrale opvolger “Heaven up here” (1981) ten gehore brengen. Jammer genoeg niet in de originele bezetting wat overigens ook niet mogelijk was geweest aangezien drummer Pete De Freitas in 1989 omkwam tijdens een motorongeluk. En oud-bassist Les Pattinson maakt al jaren liever boten. Gelukkig heb ik ze in de jaren tachtig nog in de oorspronkelijke line-up mogen meemaken. E&TB is anno 2012 op de planken uitgegroeid tot een sextet, met zanger en frontman Ian McCulloch en gitarist Will Sergeant als enige originele bandleden.


Voordat de tijdmachine in werking wordt gesteld, blijven we nog even in het heden met een voorprogramma namens Coves, die een half uur later dan aangekondigd – dat belooft niet veel goeds – h
un opwachting maken. Coves is een duo bestaande uit vocalist Beck Wood (lang haar, tamboerijn, heeft iets 60er jaren over zich) en zingende gitarist John Ridgard die graag een ‘twang’ uit zijn instrument mag halen . De rest van de muziek komt uit een doosje. Het doet me nog het meest denken aan Raveonettes waar ze derhalve een geschikte support act voor zouden zijn geweest. Of ze de status van support act gaan overstijgen is de vraag, want echt opmerkelijk is het allemaal niet. “Cast a shadow” is bijvoorbeeld een aardige song, maar het wil uiteindelijk niet beklijven.

Ondanks het te laat gestarte voorprogramma, beginnen E&TB met slechts tien minuten vertraging. Het licht wordt gedimd, de introtape wordt gestart en één voor één komen de bandleden de bühne op, Ian uiteraard als laatste. Als backdrop is, wat voor de hand had gelegen, niet gekozen voor de albumhoezen van de te spelen twee platen. In plaats daarvan bestaat de aankleding uit camouflagenetten, precies zoals de band dat ruim dertig jaar geleden deed. De belichting is spaarzaam: zo blijft Ian gedurende het hele concert vaak niet meer dan een zwarte silhouet. Heel af en toe verschijnt ter hoogte van zijn gezicht een rood lichtpuntje van een aangestoken sigaret, want op het podium geldt blijkbaar geen rookverbod.  Ian blijft achter zijn microfoon staan en maakt tussen de nummers door vaker niet dan wel verstaanbare opmerkingen. Ik krijg in ieder geval mee dat hij oprecht blij is weer terug te zijn in Paradiso, en zo is ook zijn dank gericht aan het publiek dat “The disease” van ritmisch geklap voorziet. Qua show valt er weinig te beleven maar dat geeft niets, want de concerten moeten het van de songs hebben en die hebben zich al lang en breed bewezen. Ze mogen dan wel drie decennia oud zijn, maar voor mij zijn ze tijdloos gebleven.


Debuutalbum “Crocodiles” wordt zonder oponthoud uitgevoerd. Geen onnodig rekken of andere fratsen, en trouw aan de plaatversies zoals iedereen ze kent. Alleen in “Villiers terrace” neemt de band een kort uitstapje naar “Roadhouse blues” van The Doors, als een soort eerbetoon aan een van hun invloeden. Single “Rescue” wordt met veel gejuich onthaald, zelf kick ik nog het meest op “Monkeys” en “Crocodiles”. Overigens wordt de samenstelling van het oorspronkelijke album gehandhaafd, want op sommige latere uitgaven is “Do it clean” opgenomen, dat dus vanavond niet wordt gespeeld. Hoe dan ook, ik geniet met volle teugen. Nadat de plaat met “Happy death men” is geëindigd, kondigt Ian aan dat “Heaven up here” gaat worden gespeeld… en vervolgens marcheert de band het podium af! Wat volgt is een kwartier durende pauze, kennelijk nodig omdat “Heaven up here” wat technische aanpassingen in de setup vergt. Ik zie een paar roadies wat andere gitaren neerzetten, iets met de setlist doen, een handdoek of fles water verversen, en begin me af te vragen of dit onverwachte intermezzo, wat de vaart uit het concert haalt en de roes doet oplossen in vol zaallicht, wel echt nodig is. Of zouden vijftigers Ian en Will het soms fysiek niet meer trekken om zo’n twee uur non-stop op te treden?  Het zal niet het enige vraagtekens oproepende moment van de avond blijken te zijn…

Hoogtepunt van new wave klassieker “Heaven up here” is “Over the wall”, waarvan de titel door sommigen al driftig wordt geschreeuwd voordat het goed en wel begonnen is. Het is dan ook een van hun beste nummers, zo niet hét beste wat ooit uit E&TB is voortgekomen. Imponerend, mysterieus, overweldigend. Ik zal het zelf meer als tien jaar geleden voor het laatst live gehoord hebben. Eveneens sterk is “Show of strenght” en “All my colours”, ook wel “Zimbo” geheten, wordt met enthousiast gejoel onthaald. Maar na de uitvoering van laatstgenoemde gebeurt er iets merkwaardigs: de band verlaat opnieuw het podium. Weer een technische dan wel plaspauze? Hoe dan ook is de timing vreemd, want “Heaven up here” telt nog drie nummers: “No dark things”, “Turquoise days” en “All I want”. Komen die dan als toegift aan bod? Het antwoord stelt teleur: ze worden simpelweg genegeerd en overgeslagen. Naar het waarom kan alleen gegist worden, maar als je een album integraal gaat uitvoeren, dan verwacht ik dat het van A tot Z wordt gespeeld, en niet van A tot P. De band komt weliswaar terug, tweemaal zelfs, maar de toegiften vallen onder de categorie ‘hits’ en hebben verder geen relatie tot “Crocodiles” en “Heaven up here”. Dan zouden “Do it clean”, “Read it in books” en “The puppet” toch logischer zijn geweest. En zo eindigt de avond toch een beetje verwarrend en met een kleine teleurstelling, wat overigens niet wegneemt dat het over de gehele linie erg de moeite waard is geweest en ik het niet had willen missen. En ach, vierde album “Ocean rain” (1985) is enkele jaren geleden ook al eens in zijn geheel gespeeld, zij het incidentele keren, dus als ze die in de toekomst nou op tournee nemen, dan wil ik die missers van vanavond best door de vingers zien.


Setlist: Going up * Stars are stars * Pride * Monkeys * Crocodiles * Rescue * Villiers Terrace *  Pictures on my wall * All that jazz * Happy death men * Show of strength * With a hip * Over the wall * It was a pleasure * A promise * The disease * All my colours * (toegift 1) The killing moon * The cutter * (toegift 2) Nothing lasts forever * Lips like sugar

Meer foto’s !

zaterdag 21 januari 2012

Wild Palms - Heerlen : Nieuwe Nor : vrijdag 20 januari 2012

Voor mijn eerste concert van dit jaar hoef ik eens niet de provinciegrenzen te overschrijden, en dat is wel zo prettig. Niet dat er in Limburg niks te beleven valt, maar het betreft hier een nieuw, ‘hip’ Brits indie bandje en daarvoor ben ik over het algemeen aangewezen op zalen buiten de provincie zoals de Effenaar, Doornroosje of Paradiso. Een omhoog gestoken duim zodoende voor de Nieuwe Nor die het aandurft om Wild Palms, de band in kwestie, naar Heerlen te laten komen, in het kader van een Europese tournee waarbij Heerlen het spits afbijt. De boeking is een risico want de band is niet bepaald bekend, ze hebben geen hit of iets wat daarop lijkt op hun naam staan en van een hype is evenmin sprake. Eerder het tegendeel, want hun in maart jongstleden verschenen debuutalbum “ Until spring” kreeg hooguit redelijke, veelal matige kritieken terwijl het toonaangevende NME niet verder kwam dan een ‘5’ (op een schaal van 10) en sindsdien geen enkele aandacht meer aan de band schonk. “We’re not in music to be a fad band”, heeft zanger Lou Hill zich in een interview laten ontvallen, dus die kan er niet wakker van hebben gelegen. En dan zal het hem evenmin boeien dat ondergetekende op zijn weblog het album typeerde als: “Until spring” luistert als geheel best lekker weg, maar het heeft toch wat te lijden onder het gemis aan individuele afmakers.”

Oorspronkelijk zou Wild Palms een dag eerder hebben opgetreden, maar een boekingsfout heeft ervoor gezorgd dat ze een dag later in de Nieuwe Nor staan. Misschien maar goed ook, want nu zijn ze  onderdeel geworden van het festival “Booch! Binnen!” wat op basis van die vlaggennaam wellicht voor meer bezoekers zorgt. Bovendien is het weekend begonnen, wat mensen er eerder toe beweegt erop uit te gaan. Ik heb er namelijk een hard hoofd in dat de band op eigen kracht veel publiek had getrokken. Qua drukte is het vanavond zoals ik van tevoren had verwacht. Wanneer ik de Nieuwe Nor binnenkom,  staat driekwart van de band rondom de tafel tegenover de garderobe waarop hun merchandise ligt uitgestald. Aan de muur hangen goedkoop ogende T-shirts die niet tot aanschaf uitnodigen, terwijl ze online wel mooie designs aanbieden. Volgens de website van de Nieuwe Nor staat Wild Palms gepland van 21.00 u tot 22.00 u. De praktijk is helaas anders want pas rond 21.20 u gaat het concert van start om vervolgens om 21.55 u te eindigen. Gelukkig wordt de ingeperkte speeltijd goed benut.

De sound van Wild Palms, in ieder geval op plaat, is een amalgaam van andere Britse indie bands. Het wil per song ook wel eens wisselen. De ene keer hoor ik Manic Street Preachers voorbijkomen, dan galmen de gitaren volgens U2 recept, “Hé, daar hebben we Wild Beasts”, en vervolgens wuiven de palmen van postpunk naar shoegaze. Muzikale gevarieerdheid valt te prijzen maar soms kan het indicatief zijn dat de te volgen koers nog niet is bepaald. Zet hoekige debuutsingle “Over time” naast opvolger “To the lighthouse”, en je denkt met twee verschillende bands te maken te hebben.  Vanavond is op de bühne echter geen sprake van enige vorm van stuurloosheid. De setlist is een coherent geheel, en de nummers sluiten beter op elkaar aan, ook de paar nieuwe songs – titels mij nog onbekend – die ten gehore worden gebracht. Het concert is van dien aard dat het de vraag oproept waarom Wild Palms nog niet op London Calling te zien is geweest, en op Pukkelpop – in de Club – zouden ze evenmin misstaan. De band opent overtuigend met het al genoemde “To the lighthouse”, waarin Lou Hills voor het eerst zijn falsetstem opzet en gitarist Darrell Hawkins – met toffe 50s style creepers en knalrode sokken, een belangrijk modedetail! – de snaren laat fonkelen en op een gegeven moment het shoegazepedaal indrukt. Wie ook iets indrukt, is ondergetekende, en wel de on/off toets van zijn fotocamera, om vervolgens – niet voor de eerste keer trouwens – te worden geconfronteerd met de melding ‘vervang de batterijen’. Weet u meteen waarom de kiekjes van dit optreden niet optimaal zijn…


Zoals gezegd is het na een dik half uur al gedaan –  de toegankelijke single “Delight in temptation” mag als afsluiter dienen – en behalve die batterijenkwestie valt er nog een andere minpunt te noteren: de band heeft mijn favoriete nummer “Pale fire” niet gespeeld, en dat in de hoop en overtuiging dat uitgerekend die song niet zou ontbreken. Alle reden dus om mijn ‘beklag’ te doen bij de band die zich na afloop wederom collectief bij de merchandise heeft verzameld. Excuses worden geboden, uitleg wordt gegeven – het nummer was te langzaam om binnen de rest van de setlist te passen, verklaart de aimabele, boomlange bassist Gareth Jones (geen familie van de gelijknamige producer die ook Wild Palms voor zijn rekening nam!)  – en ik krijg wat merchandise voor niets toegeschoven. Er wordt nog meer gebabbeld, ook mijn drankgenoten knopen een gesprekje aan en mijn uitgevoerde ingeving om tenslotte met zijn allen op de foto  te gaan – met behulp van eerder genoemd haperend toestel en een geduldige garderobemedewerker – vormt de slagroom op de taart. Tegen die tijd zijn we al de zaal uit gevlucht waar een jeugdig ogend dubstepcollectief van start is gegaan. Doch dat is slechts bijzaak want het kan het gevoel van een goed begin van een nieuw concertjaar niet wegnemen.


Meer foto’s hier!