donderdag 15 maart 2012

Februari 2012

CD’s

THOSE DARLINS – Screws get loose
Met zo’n albumtitel kon je er op zitten wachten, want op moment van schrijven heeft één der Darlins van het eerste uur zich losgeschroefd van de band. Hopelijk vinden ze op tijd een vervang(st)er voor hun aanstaande Europese tournee waarbij ze ook Nederland aandoen. Misschien ben ik wel van de partij want hun (tweede) album is een lekker plaatje dat niet losjes, maar solide in elkaar is geschroefd. De verbindende elementen hebben namen als Blondie, (een ruwe versie van) Bangles, The Gun Club en Ramones. In “Mystic mind” wordt het lichtelijk psychedelisch, en “Waste away” houdt het op country / folk, maar de rest zit op een comfortabel snijpunt van sixties pop, garagerock en indie zoals te horen in “Hives”, “Prank call”, “Fatty needs a fix” en de titelsong.  

KING KRULE – King krule
Een van de eerste namen die werd bevestigd voor het eerstvolgende London Calling festival was King Krule, en dat deed me veel deugd. Want sinds zijn eerste incarnatie als Zoo Kid geniet de nu onder de naam King Krule opererende tiener Archy Marshall mijn warme belangstelling. Een LP volgt later dit jaar maar zijn eerste wapenfeit, een (te) kort durende release (5 songs in 13 minuten slechts), mag dienen als een prima introductie. Zowel de muziek als de stem van Archie intrigeren; spaarzame klanken die het ‘less is more’ principe huldigen. De penseelstreken op het canvas doen denken aan The XX en James Blake, en de zang van Archy kleurt als een minder aardse, wat somberder Billy Bragg die perfect aansluit op de sfeer van elk nummer. Kort maar krachtig. 

FLASH FIKTION – Flash fiktion
In 2010 kocht ik hun eerste ‘double AA side’ single “Leni” / “Science of sleep” op basis waarvan ik de band aanmerkte als eentje met twee gezichten, enerzijds electropunk met een zweem van Klaxons en ‘progpop’ anderzijds. Resultaat: tweemaal geslaagd. Ook de een jaar later verschenen opvolger “Capsules of sun”, een synthesizer popsong à la (wijlen) Late Of The Pier met een Friendly Fires schaduw, kon mijn goedkeuring wegdragen. En nu is er dus het album waarop de drie genoemde nummers te vinden zijn. Gelukkig hoeft de plaat het niet alleen van de singles te hebben, getuige het afsluitende trio “176”, “Nautikal girl” en het ‘Klaxons in goede doen’-achtige “Tomorrow’s people”. Een kleine minderheid wil niet beklijven, maar het merendeel bewijst dat Flash Fiktion heel aardig op koers zit.

ISLET – Illuminated people
Progrock, psychedelica, noise, shoegaze, folk, excentrieke pop, ziehier een korte en waarschijnlijk nog niet eens volledige opsomming van de verscheidene potjes waar het niet voor één gat te vangen kwartet Islet in zit te roeren. En niet alleen van liedje tot liedje, maar vaak ook binnen begin en einde van een nummer. De muziek lijkt vaak bepaald te zijn door intuïtieve ingevingen, sowieso experimenteerdrift en toch weten ze er telkens een goed einde aan te breien. Al moet ik wel bekennen dat het me soms doet duizelen, en mijn brein stiekem wenst dat ze niet alle ideeën ten uitvoer hadden gebracht. Maar de creativiteit van Islet laat zich moeilijk intomen, zoals hun twee eerder verschenen minialbums al aantoonden. Live lijken ze me een interessante beleving, maar dat genoegen heb ik nog niet gehad. Gek dat ze nog niet op London Calling te zien zijn geweest, of zouden ze daar te ‘freaky’ voor zijn? 

Singles

ALABAMA SHAKES – EP
Een hype is het (gelukkig nog) niet, maar aan loftuitingen, aanbevelingen en goede kritieken heeft dit Amerikaanse kwartet geen gebrek. Dan zit je wel gebakken, en gelukkig betreft het geen gebakken lucht, want Alabama Shakes heeft ‘het’ wel degelijk. Dat ‘het’ is niet vernieuwend of vooruitstrevend, maar hun mengsel van soul, klassieke rock en indie met traditionele roots (Otis Redding + Janis Joplin + Kings Of Leon circa 1e album) doet even authentiek als fris aan, met de emotievolle stem van Brittany Howard als ‘X factor’.

DEAF CLUB – Lull EP
Vorig jaar al uitgekomen, doch dit gezelschap uit Wales – echter gezeteld in Londen – is zo gul geweest om hun debuut EP al enige tijd gratis als download aan te bieden. Maak er vooral gebruik van, want het is een cadeau om te koesteren. De vijf sfeervolle tracks herbergen elementen van All About Eve, Slowdive, Siouxsie, Esben And The Witch en folk, met “Hana” en “It/she” als vroege uitschieters. Laat het niet aan dovemans oren gericht zijn…

SISSY & THE BLISTERS – Let her go
Een vijf nummers tellende EP, met “Let her go” als kartrekker. Niet onaardig en meezingbaar, maar The Horrors deden het in hun garagerock fase beter. Dan toch liever de B-kant waar de band lekker van (zwart) leer trekt zoals in het zompige, lawaaierige Cramps-achtige “Mystics” en het energieke “Sleeping around at night”.

BINARY – Prisoner
“Prisoner” is de debuutsingle van deze band uit Londen die, om maar even in te haken op de songtitel, nog enigszins gevangen zit in andermans geluid: The Cure, White Lies, The Bravery en Chapel Club. Wie zich in dat rijtje muzikaal kan vinden, zal zich aan Binary geen bult vallen. Keurig gedaan, iets te keurig zelfs, maar ook voorspelbaar.

CITIZENS! – True romance
Zoals je de bandnaam Therapy? behoort te schrijven met een vraagteken, zo vraagt Citizens! om ze te voorzien van een uitroepteken. En zo’n teken is een schreeuw om aandacht, en dat is iets wat de band vooralsnog niet echt verdient. De single werd dan wel geproduceerd door Alex Kapranos, maar hij liet na om “True romance” te besprenkelen met het toverpoeder waar menig Franz Ferdinand liedje van is doordrongen. Dit is electropop in medium tempo, zonder uitroepteken.




zondag 4 maart 2012

Rats On Rafts / Harry Merry - Sittard : Fenix : vrijdag 24 februari 2012


Voorprogramma’s wil ik nog wel eens bewust missen. Bijvoorbeeld als ik van tevoren weet of sterk vermoed dat ik er toch niets aan ga vinden. Dankzij internet is het makkelijk om even een band te checken. Wat voor muziek maken ze? Spreekt het me aan? Als dat laatste niet het geval is, kan ik het me veroorloven wat later op de fiets te springen. Zo kan ik ook langer op de bank blijven hangen. En met een goede timing kan ik eenmaal aangekomen bij de zaal, zo goed als meteen ‘aanschuiven’ bij het hoofdprogramma waar het me om te doen is. Afijn, een dergelijke ‘strategie’ paste ik toe in maart 2009, toen ik in de Effenaar te Eindhoven naar een concert van de inmiddels overleden Jay Reatard zou gaan. Toen ik de zaal betrad, was het voorprogramma al voorbij. De naam van die support act: Rats On Rafts. Grappig hoe het kan verkeren, want bijna drie jaar later reis ik speciaal voor RAR af naar Fenix in Sittard om ze daar live aan het werk te zien, in het kader van hun promotietournee voor debuutalbum “The moon is big”. Waarom liet ik ze destijds schieten? Simpel: toen hadden ze ‘het’ nog niet en nu wel. Een kwestie van groei, aanscherping en betere liedjes. 

Zoals ik al zei: voorprogramma’s wil ik nog wel eens bewust missen. Deze keer laten we – commando Billy en ik – ons gewoon verrassen. En verrast worden we zeker. Bij de garderobe horen we al vreemde klanken uit de zaal komen die we niet helemaal kunnen thuisbrengen. Een willekeurige bezoeker komt de zaal uitgelopen, houdt bij de garderobe staande en laat ons ongevraagd weten “nog nooit zoiets te hebben gezien”. Een rake constatering, zo ondervinden we niet veel later, als we op het podium de eenmansband Harry Merry aantreffen. De Rotterdamse veertiger – ietwat fors, haar tot op de schouder, verticaal gestreept overhemd – staat achter een Roland keyboard dat rust op een strijkplank. Op een tafeltje naast het keyboard staat een opengeklapte laptop. Waar de muziek precies vandaan komt is even de vraag, want als een nummer of drie later de strijkplank het begeeft, en het keyboard op de grond klettert, valt er geen verschil te constateren. De muziek gaat gewoon door, net als Harry, die zich nergens iets van lijkt aan te trekken. Dat kan ook niet anders met de liedjes die hij ten gehore brengt. Het heeft nog het meest weg van een op hol geslagen kermiscarousel of een dolgedraaid draaiorgel. Harry zingt daar met een zwaar accent overheen, zet af en toe een gek stemmetje op of trekt een scheve bek à la André van Duin, overigens ook een Rotterdammer. Muzikale malloot of geniale gek?

Mafkees of niet, Harry Merry valt moeilijk in een hokje te plaatsen. Je kunt het een ‘novelty act’ noemen, en toegegeven, na een tijdje geloof je het wel, zeker omdat sommige nummers maar geen einde lijken te kennen, doch je moet er maar op (willen) komen. En het vervolgens doen ook, tegen de stroom in, wetende dat onbegrip en spot je ten deel zullen vallen. Maar dat lijkt Harry niet te deren. “Yeah, well, whatever”, luidt een van zijn vanavond ten gehore gebrachte nummers, en het zou ook best zijn levensmotto kunnen zijn. Ik zie de humor wel in van “Sharki supermachine”, dat vooral de aandacht trekt dankzij een vocaal bruggetje dat klinkt als “Eh-uuh, eh-uuh, eh-uuh”, alsof iemand op het punt staat om te kokhalzen. YouTube het even, zou ik zeggen. “The Panorama paper” wordt opgedragen aan zijn favoriete tijdschrift, en “Clarissa” dat pal na het omvallen van de strijkplank door Harry ‘a capella’ wordt gebracht, is een soort van liefdesverdriet omgeven dronkenmansode aan, naar ik vermoed, ene Clarissa. “Jailbird (keep your hands off miss Hilton)” lijkt te zijn geïnspireerd door het kortstondige gevangenisverblijf van Paris, en “The appetite gets satisfied each bite” noem ik puur alleen vanwege de titel. Harry geeft aan het schema niet te kennen en heeft evenmin een idee hoelang hij al gespeeld heeft, en aangezien niemand hem inseint, gaat hij onverstoorbaar door voor die pakweg 20 mensen in de zaal, waaronder het voltallige hoofdprogramma, dat Harry wel lijkt te kunnen waarderen. De grote doorbraak zal er voor Harry vermoedelijk nooit inzitten, en hoe men verder ook over hem mag denken, ik vind het persoonlijk wel een fijne gedachte dat er artiesten / persoonlijkheden als Harry Merry zijn. Al was het maar als tegenwicht voor al die tv-talentenjacht types, gladde wannabees, pseudo alternatievelingen en mediocre meuk. Dit jaar is de plek al vergeven, dus voor 2013 zou ik Harry Merry willen voordragen als Nederlandse inzending voor het Eurovisiesongfestival. Muzikaal gezien hoeft het daar niet zoveel voor te stellen, opvallen des te meer. En dat doet Harry Merry als geen ander.

Opvallen doen ook Rats On Rafts, maar dan toch dankzij hun door hoekige new wave (o.a. The Fall, The Cure circa “Three imaginary boys”, Gang Of Four) beïnvloedde songmateriaal. In november jongstleden stuitte ik op de videoclip van “Lalalala”, als voorproefje van hun optreden op London Calling, en even dacht ik met een nieuw hip Brits bandje te maken te hebben. Ik was aangenaam verrast toen las dat ze uit Rotterdam kwamen. Helaas was hun concert gepland op een zondagmiddag volgend op twee lange avonden met muziek en twee korte nachten van slaap, en gelijktijdig met een pop quiz. Mijn inschatting dat ik ze wel een keer in een zaal dichterbij huis zou gaan zien blijkt een goede te zijn geweest. Jammer genoeg moet de band het vanavond doen met een bedroevende opkomst. Het is de laatste datum van hun korte tour door Nederland, en een dag eerder werd het concert van The Horrors in de Effenaar afgelast waar ze als voorprogramma zouden fungeren. Je zou het ze niet eens kwalijk hebben kunnen nemen als ze voor die anderhalve man en een paardenkop een gedemotiveerde performance hadden neergezet. Doch niets blijkt minder waar, want de band zet een overtuigend optreden neer die de vele thuisblijvers in het ongelijk stelt.

Logischerwijs komt “The moon is big” royaal aan bod, waarbij vooral het titelnummer indruk maakt. “Lalalala” is opvallend absent, terwijl daar toch, zoals eerder gezegd, een videoclip voor is gemaakt. Ook top: het door een repeterend basloopje gedragen “Sailor”. Het uitgesponnen “The moneyman” is zowel een cover van als een geïnspireerde ode aan de Rotterdamse, in de jaren 80 actief zijnde alternatieve band Kiem, wiens frontman Huub Kentie werd gestrikt om de single te produceren. De gitaren klinken lekker stekelig, terwijl de haardos van de voor een solide ritmische basis zorgende drummer Joris heen en weer zwiept. De band speelt strak, en zanger / gitarist David Fagan, wiens ogen deels verscholen gaan achter een haarlok, houdt zijn aankondigingen kort of laat ze achterwege. En met onvervalst Rotterdams accent, zodat zelfs de laatste twijfelaar ervan overtuigd raakt dat Rats On Rafts echt niet van de overkant van het Kanaal afkomstig is. Klap- en slotstuk van de set is het ook “The moon is big” afsluitende nummer “Jazz” dat na een minuut of tien overgaat in een opwindende cover van Suicide’s “Ghost rider”. Na afloop mag DJ Har een poging wagen om de nog verder uitgedunde zaal te vermaken met new wave plaatjes van weleer. Drummer Joris laat zich een paar nummers op de dansvloer zien en daarna wordt het pijnlijk leeg. Zonde, want Rats On Rafts had een volle zaal verdiend. Als de band dit niveau weet te behouden, dan is dat slechts een kwestie van tijd.

Meer foto’s hier!

donderdag 1 maart 2012

Simple Minds - Amsterdam : Paradiso : zaterdag 18 februari 2012

Een week of drie geleden stond ik in een uitverkocht Paradiso te kijken naar Echo & The Bunnymen die hun eerste twee albums (bijna) in hun geheel ten gehore brachten. Zoals ik in het verslag van dat concert al aangaf, hier te lezen, is het integraal uitvoeren van platen, veelal ‘mijlpalen’, ‘klassiekers’ of ‘het beste uit het oeuvre’, een trend geworden. Met Echo nog vers in het geheugen dient zich de volgende band aan die bij genoemde trend aanhaakt: Simple Minds. Ook zij vierden hun hoogtijdagen in de jaren tachtig en ze werden ooit gerekend tot ‘new wave’. En net als bij EATB resteren van de  oorspronkelijke bezetting nog slechts de zanger en de gitarist, in dit geval Jim Kerr en Charlie Burchill. Maar waar Echo & The Bunnymen het hielden bij hun eerste twee platen, gaan Simple Minds maar liefst voor de eerste vijf albums, van debuut “Life in a day” (1979) tot en met “New gold dream (81/82/83/84)”. Niet in hun totaliteit, want dat zou wel een erg lange avond worden, maar vijf nummers van elke plaat. Vandaar “5x5”, de naam van de Europese tournee waar dit optreden in Paradiso onderdeel van uitmaakt, en die gekoppeld is aan de release van een box met de geremasterde albums.

Met uitzondering van “Life in a day”, waar ik eerlijk gezegd warm noch koud van word, heb ik de uitverkoren albums hoog zitten. Ze markeren dan ook de artistieke hoogtijdagen van Simple Minds. “Real to real cacophony”  had ik aanvankelijk jarenlang slechts op een cassettebandje, opgenomen door iemand die de LP destijds had gekocht. Wat er op de andere kant stond, weet ik niet eens meer, want ik spoelde gewoon weer terug. Aan gort gedraaid dus. Het kopen van een ticket voor deze avond was daarom een ‘no brainer’. Natuurlijk wilde ik er bij zijn. Maar ja, het viel wel samen met carnaval. En dan moet je als fervent vierder een keuze maken. Gelukkig was er ook de mogelijkheid om beide te combineren. En zo sta ik overdag geschminkt en verkleed tussen ongeveer 20.000 anderen bij de Roermondse Sjtasiefestasie te ‘carnavalle’, om ’s avonds – na omkleden, afschminken en een veelal slapend doorgebrachte treinreis – mee te dromen in de muzikale ‘new gold dream’ van Simple Minds. Het vergt enige discipline en omschakeling, maar het is het allemaal meer dan waard.

Een voorprogramma is er niet, al kan de voorafgaande aan het concert  in de bovenzaal optredende singer / songwriter Peter Katz op meer publiek rekenen dan hij misschien zou hebben gedacht. De alleen met een akoestische gitaar gewapende Peter laat weten dat hij een nieuw Nederlands woord heeft geleerd – ‘gezellig’ – maar hoe sympathiek dat ook mag zijn, ik ben meer geïnteresseerd in het confisqueren van een plek met goed uitzicht op het hoofdpodium. Het is half negen geweest als het zaallicht wordt gedempt en een introtape wordt gestart bestaande uit een collage van ultrakorte, maar herkenbare stukjes uit het Simple Minds songoeuvre zoals het gitaarlijntje van “Changeling” of het synthesizerbegin van “Theme for great cities”. Dan valt weer eens temeer op hoe bepalend en belangrijk de bijdrage was van toetsenist Michael MacNeil, en dat alleen al op basis van die piepkleine fragmentjes. Ofschoon het artistieke verval van Simple Minds voor mijn gevoel werd ingezet met het vertrek van bassist Derek Forbes, ging het zowel commercieel als creatief gezien echt bergafwaarts na het ontslag van MacNeil. Overigens hebben Forbes en originele drummer Brian McGee er net een tournee opzitten tijdens welke ze Simple Minds hits ten gehore brachten! Het was mooi geweest als ze voor de gelegenheid met ‘5x5’ hadden meegedaan. Afijn, de partijen van Forbes en MacNeil worden gelukkig goed neergezet door respectievelijk Ged Grimes en Andy Gillespie. De muzikale reis door het verleden begint met het toepasselijk getitelde “I travel” dat de toon zet voor een geslaagd optreden.


Door de songs van de vijf albums kriskras doorelkaar te spelen wordt voorspelbaarheid voorkomen. Het blijft zo ook de vraag welke nummers van elke plaat zijn geselecteerd, al voelt iedereen op zijn klompen aan dat een aantal zijn verzekerd van een plek op de setlist zoals doorbraaksingle “Promised you a miracle”. Het concert is in drie stukken gehakt: na de eerste tien nummers is het tijd voor een kwartier durende ‘tea break’, vervolgens komen opnieuw tien liedjes aan bod, en tenslotte keert de band terug voor een uitgebreide ‘toegift’, die niet uit vijf maar zes nummers bestaat. Waarbij het totaal dus uitkomt op 26 in plaats van 25, zoals immers de uitkomst luidt van 5x5. Een mooi meegenomen ‘misrekening’ want hoe meer hoe beter. Het middenstuk van het concert is me het dierbaarst maar dat bevat dan ook alle songs van “Real tot real cacophony” met het drieluik “Changeling”, “Factory” en “Premonition” als persoonlijke uitschieters. De songs van “Empires and dance” en “Sons and fascination” / “Sister feelings call” zitten vol vitaliteit, omgeven door een sierlijke grandeur, en de belofte, hoop, positieve energie en verwondering die uit de plaatversies spreekt, komt ook live, na merendeels jarenlang op de plank te hebben gelegen, goed tot hun recht. Het vanavond  boven zichzelf uitstijgende “Love song” is daar misschien wel het beste voorbeeld van. En meesterlijk mooi is “Theme for great cities”, een van de beste instrumentale nummers ooit gemaakt. Dat de albums niet in hun geheel aan bod komen, houdt in dat er songs zijn afgevallen die ik graag op de setlist had zien prijken zoals “Careful in career” en “Boys from Brazil”, maar ik kan er mee leven.

In tegenstelling tot Ian McCulloch die aan zijn microfoonstandaard leek te zijn vastgeplakt en het licht schuwde, beweegt Jim Kerr zich over het podium alsof hij aan een tweede jeugd bezig is. Goed bij stem, dansend, het publiek bespelend, klappend, zwaaiend met zijn armen, gretig uitgestoken handen van het publiek aanrakend en af en toe gaat hij er zelfs bij hurken of liggen. Dat laatste niet uit vermoeidheid maar om het effect. Het publiek heeft er zin in, en het lijkt ook te beseffen waar het deze avond om draait. En ofschoon dit niet te vergelijken valt met carnaval vieren zoals ik enkele uren eerder nog deed, krijg ik er vanavond wel hetzelfde ‘YES!’ gevoel bij. Sommige bezoekers zullen ongetwijfeld verwachten dat de band er nog wat hits tegenaan gooit, stammend uit de periode na “New gold dream”, maar gelukkig houden Simple Minds vast aan het concept en gaan ze niet verder dan 1983. “Celebrate!” zingt Jim Kerr in het gelijknamige nummer, en gelijk heeft hij, want het is een glansrijke viering van de meest relevante, beste en creatief piekende carrièreperiode van de band. De droom mag dan niet meer nieuw zijn, maar het goud blinkt onverminderd. Een new gold dream die vanavond weer even werkelijkheid werd.


Setlist: I travel * Thirty frames a second * Today I died again “* Life in a day * Hunter and the hunted * Wasteland * This fear of gods * Love song * Pleasantly disturbed * Room * (part 2) The American * 70 cities as love brings the fall * Sons and fascination * Calling your name * Changeling * Factory * Premonition * Scar * Promised you a miracle * Someone somewhere in summer time * (toegift) Theme for great cities * Celebrate * Glittering prize * Someone * Chelsea girl * New gold dream (8-82-83-84)

Meer foto’s hier!