zondag 4 maart 2012

Rats On Rafts / Harry Merry - Sittard : Fenix : vrijdag 24 februari 2012


Voorprogramma’s wil ik nog wel eens bewust missen. Bijvoorbeeld als ik van tevoren weet of sterk vermoed dat ik er toch niets aan ga vinden. Dankzij internet is het makkelijk om even een band te checken. Wat voor muziek maken ze? Spreekt het me aan? Als dat laatste niet het geval is, kan ik het me veroorloven wat later op de fiets te springen. Zo kan ik ook langer op de bank blijven hangen. En met een goede timing kan ik eenmaal aangekomen bij de zaal, zo goed als meteen ‘aanschuiven’ bij het hoofdprogramma waar het me om te doen is. Afijn, een dergelijke ‘strategie’ paste ik toe in maart 2009, toen ik in de Effenaar te Eindhoven naar een concert van de inmiddels overleden Jay Reatard zou gaan. Toen ik de zaal betrad, was het voorprogramma al voorbij. De naam van die support act: Rats On Rafts. Grappig hoe het kan verkeren, want bijna drie jaar later reis ik speciaal voor RAR af naar Fenix in Sittard om ze daar live aan het werk te zien, in het kader van hun promotietournee voor debuutalbum “The moon is big”. Waarom liet ik ze destijds schieten? Simpel: toen hadden ze ‘het’ nog niet en nu wel. Een kwestie van groei, aanscherping en betere liedjes. 

Zoals ik al zei: voorprogramma’s wil ik nog wel eens bewust missen. Deze keer laten we – commando Billy en ik – ons gewoon verrassen. En verrast worden we zeker. Bij de garderobe horen we al vreemde klanken uit de zaal komen die we niet helemaal kunnen thuisbrengen. Een willekeurige bezoeker komt de zaal uitgelopen, houdt bij de garderobe staande en laat ons ongevraagd weten “nog nooit zoiets te hebben gezien”. Een rake constatering, zo ondervinden we niet veel later, als we op het podium de eenmansband Harry Merry aantreffen. De Rotterdamse veertiger – ietwat fors, haar tot op de schouder, verticaal gestreept overhemd – staat achter een Roland keyboard dat rust op een strijkplank. Op een tafeltje naast het keyboard staat een opengeklapte laptop. Waar de muziek precies vandaan komt is even de vraag, want als een nummer of drie later de strijkplank het begeeft, en het keyboard op de grond klettert, valt er geen verschil te constateren. De muziek gaat gewoon door, net als Harry, die zich nergens iets van lijkt aan te trekken. Dat kan ook niet anders met de liedjes die hij ten gehore brengt. Het heeft nog het meest weg van een op hol geslagen kermiscarousel of een dolgedraaid draaiorgel. Harry zingt daar met een zwaar accent overheen, zet af en toe een gek stemmetje op of trekt een scheve bek à la André van Duin, overigens ook een Rotterdammer. Muzikale malloot of geniale gek?

Mafkees of niet, Harry Merry valt moeilijk in een hokje te plaatsen. Je kunt het een ‘novelty act’ noemen, en toegegeven, na een tijdje geloof je het wel, zeker omdat sommige nummers maar geen einde lijken te kennen, doch je moet er maar op (willen) komen. En het vervolgens doen ook, tegen de stroom in, wetende dat onbegrip en spot je ten deel zullen vallen. Maar dat lijkt Harry niet te deren. “Yeah, well, whatever”, luidt een van zijn vanavond ten gehore gebrachte nummers, en het zou ook best zijn levensmotto kunnen zijn. Ik zie de humor wel in van “Sharki supermachine”, dat vooral de aandacht trekt dankzij een vocaal bruggetje dat klinkt als “Eh-uuh, eh-uuh, eh-uuh”, alsof iemand op het punt staat om te kokhalzen. YouTube het even, zou ik zeggen. “The Panorama paper” wordt opgedragen aan zijn favoriete tijdschrift, en “Clarissa” dat pal na het omvallen van de strijkplank door Harry ‘a capella’ wordt gebracht, is een soort van liefdesverdriet omgeven dronkenmansode aan, naar ik vermoed, ene Clarissa. “Jailbird (keep your hands off miss Hilton)” lijkt te zijn geïnspireerd door het kortstondige gevangenisverblijf van Paris, en “The appetite gets satisfied each bite” noem ik puur alleen vanwege de titel. Harry geeft aan het schema niet te kennen en heeft evenmin een idee hoelang hij al gespeeld heeft, en aangezien niemand hem inseint, gaat hij onverstoorbaar door voor die pakweg 20 mensen in de zaal, waaronder het voltallige hoofdprogramma, dat Harry wel lijkt te kunnen waarderen. De grote doorbraak zal er voor Harry vermoedelijk nooit inzitten, en hoe men verder ook over hem mag denken, ik vind het persoonlijk wel een fijne gedachte dat er artiesten / persoonlijkheden als Harry Merry zijn. Al was het maar als tegenwicht voor al die tv-talentenjacht types, gladde wannabees, pseudo alternatievelingen en mediocre meuk. Dit jaar is de plek al vergeven, dus voor 2013 zou ik Harry Merry willen voordragen als Nederlandse inzending voor het Eurovisiesongfestival. Muzikaal gezien hoeft het daar niet zoveel voor te stellen, opvallen des te meer. En dat doet Harry Merry als geen ander.

Opvallen doen ook Rats On Rafts, maar dan toch dankzij hun door hoekige new wave (o.a. The Fall, The Cure circa “Three imaginary boys”, Gang Of Four) beïnvloedde songmateriaal. In november jongstleden stuitte ik op de videoclip van “Lalalala”, als voorproefje van hun optreden op London Calling, en even dacht ik met een nieuw hip Brits bandje te maken te hebben. Ik was aangenaam verrast toen las dat ze uit Rotterdam kwamen. Helaas was hun concert gepland op een zondagmiddag volgend op twee lange avonden met muziek en twee korte nachten van slaap, en gelijktijdig met een pop quiz. Mijn inschatting dat ik ze wel een keer in een zaal dichterbij huis zou gaan zien blijkt een goede te zijn geweest. Jammer genoeg moet de band het vanavond doen met een bedroevende opkomst. Het is de laatste datum van hun korte tour door Nederland, en een dag eerder werd het concert van The Horrors in de Effenaar afgelast waar ze als voorprogramma zouden fungeren. Je zou het ze niet eens kwalijk hebben kunnen nemen als ze voor die anderhalve man en een paardenkop een gedemotiveerde performance hadden neergezet. Doch niets blijkt minder waar, want de band zet een overtuigend optreden neer die de vele thuisblijvers in het ongelijk stelt.

Logischerwijs komt “The moon is big” royaal aan bod, waarbij vooral het titelnummer indruk maakt. “Lalalala” is opvallend absent, terwijl daar toch, zoals eerder gezegd, een videoclip voor is gemaakt. Ook top: het door een repeterend basloopje gedragen “Sailor”. Het uitgesponnen “The moneyman” is zowel een cover van als een geïnspireerde ode aan de Rotterdamse, in de jaren 80 actief zijnde alternatieve band Kiem, wiens frontman Huub Kentie werd gestrikt om de single te produceren. De gitaren klinken lekker stekelig, terwijl de haardos van de voor een solide ritmische basis zorgende drummer Joris heen en weer zwiept. De band speelt strak, en zanger / gitarist David Fagan, wiens ogen deels verscholen gaan achter een haarlok, houdt zijn aankondigingen kort of laat ze achterwege. En met onvervalst Rotterdams accent, zodat zelfs de laatste twijfelaar ervan overtuigd raakt dat Rats On Rafts echt niet van de overkant van het Kanaal afkomstig is. Klap- en slotstuk van de set is het ook “The moon is big” afsluitende nummer “Jazz” dat na een minuut of tien overgaat in een opwindende cover van Suicide’s “Ghost rider”. Na afloop mag DJ Har een poging wagen om de nog verder uitgedunde zaal te vermaken met new wave plaatjes van weleer. Drummer Joris laat zich een paar nummers op de dansvloer zien en daarna wordt het pijnlijk leeg. Zonde, want Rats On Rafts had een volle zaal verdiend. Als de band dit niveau weet te behouden, dan is dat slechts een kwestie van tijd.

Meer foto’s hier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten