Na een drukke dag is me amper tien minuten rust gegund voordat ik alweer de deur achter me dichttrek om op weg te gaan naar Paradiso, ten behoeve van de twee avond van het London Calling festival. De eerste band, China Rats, heb ik dan al gemist, maar volgens het tijdschema geven ze rond 02.15 u een tweede optreden. Hopelijk ben ik dan al niet gaar… Gelukkig haal ik het nog wel om het concert van Willis Earl Beal mee te maken, al val ik er wel pas halverwege in. Dat is echter genoeg om de goede man – meer dan een microfoon en een oude bandrecorder heeft hij niet nodig – in ieder geval te bestempelen tot het meest eigenzinnige talent van dit festival. Hij zingt en schreeuwt op een tussen soul en gospelachtige hangende wijze, maar niet zoals gebruikelijk. Willis Earl gaat op een stoel staan, maakt heftige bewegingen en komt op zijn zachts gezegd excentriek over. De bandrecorder doet ondertussen zijn werk en voorziet de met onrust, smart en emotie vervulde stem van Willis Earl van een aparte ondergrond van soul, blues en lo-fi. Een beetje vreemd maar wel gekker.
Wanneer je duo New Look bekijkt, denk je niet meteen dat zij (Sarah Ruba) en hij (Adam Pavao) behalve muzikale partners ook geliefden zijn. Sarah heeft de uitstraling en het figuur van een fotomodel – wat inderdaad haar beroep is geweest – terwijl Adam een typisch geval van een nerd is. Het feit dat hij een baret draagt in de stijl van André van Duin typetje meneer de Bock draagt niet bepaald bij om die beeldvorming weg te nemen. Sarah heeft iets ongenaakbaars over zich, bijna arrogant of verveeld, maar tussen de nummers door giebelt ze als een meisje. “I’m having so much fun!” zegt ze, waarop ik niet alleen denk “Ach, gut…” doch ook: “Me too”. Want New Look ontpopt zich als een frisse verrassing met hun delicate electropop, die vaak eenzelfde intimiteit en breekbaarheid heeft als The XX, maar dan voorzien van een subtiele, dansbare beat. Het mooiste voorbeeld daarvan is het sensuele “Nap on the bow”. De verleidelijke stem van Sarah op een canvas van elektronische pop met verfijnde house trekjes werkt als een koele bries op een zwoele zomeravond. “Buy our album, it’s really good!”, deelt Sarah aan het einde mee. En gelijk heeft ze.
Asa Taccone is een klein opdondertje met een groot muzikaal hart. Hij, de helft van Electric Guest, beweegt zich springerig en enthousiast over het podium, als een veulen dat eindelijk weer de weide in mag. Nog een positief, en bepaald niet onbelangrijk punt, is dat de charismatische Asa, naast de energie die hij in zijn natuurlijke performance stopt, een stem heeft die prettig in het gehoor ligt en gevoed lijkt door het veelvuldig luisteren naar soul. Dat Brian Burton alias Danger Mouse de productie van EG debuutalbum “Mondo” op zich nam, is niet zo verwonderlijk, want er zijn muzikale verbindingen te maken met diens Gnarls Barkley. Genoemd album komt ruimschots aan bod, zoals de lekker dansbare pop van opener “Under the gun”, het naar hiphop neigende “American daydream” en het afsluitende hoogtepunt “This head I hold”, een snoepje Motown soul/funk dat naar mijn smaak tot een van de leukste singles van het jaar behoort. Deze gast mag vaker op bezoek komen.
In de categorie ‘kort maar krachtige garagerock albums’ die tot dusverre dit jaar zijn verschenen, voert Hooded Fang in mijn optiek voorlopig nog steeds de ranglijst aan met hun tweede worp “Tosta mista”. Enige toelichting of zo u wil nuancering met betrekking tot de categorieomschrijving is wel op zijn plaats, want de term garagepop zou eveneens mogen, van het kaliber opbeurend, simpel en effectief. En meezingbaar, niet te vergeten. Ik ben zodoende benieuwd of Hooded Fang in staat is om me ook live te overtuigen. Het antwoord is ‘ja’. Album “Tosta mista”, de titelsong incluis, wordt vrijwel geheel gespeeld, terwijl op de achtergrond iets ondefinieerbaars op een wit doek wordt geprojecteerd. Het Canadese kwartet, met een gevatte drummer, aandoenlijke bassist, talentrijke liedjessmid en eh… een gitarist in de gelederen, mag tijdens de soundcheck al op mijn sympathie rekenen en die is na afloop van het concert, nog geen half uur lang, alleen maar toegenomen. Het enige wat er nog aan ontbreekt, is de aankoop van mijn zoveelste T-shirt…
Iets tussen The XX en een melancholische Billy Bragg in, met een vleugje laidback jazz, dan heb je ongeveer wel een idee van de sound van King Krule alias Archy Marshall. Sinds zijn eerste kortstondige incarnatie onder de naam Zoo Kid, heeft deze talentvolle tiener mijn interesse weten op te wekken. Die nam alleen maar toe met de release van de eind vorig jaar verschenen debuut EP, onder zijn nieuwe, huidige alias. Zijn opvallende, volwassen stem contrasteert met zijn jochie-achtige, roodharige voorkomen, zelfs nog jonger lijkend dan hij feitelijk is; maar met zijn fraaie, sfeervolle en minimalistische liedjes, even breekbaar als zelfverzekerd – die iets meer body krijgen dankzij drie al net zo jong ogende bandleden – weet hij zodanig te overtuigen dat leeftijd of uiterlijk, als ze er al toe deden, volkomen irrelevant worden. Heerlijk, die onthaastende, reflectieve aard van “The noose of Jah City” of het al net zo mooie “Portrait in black and blue”. Waar King Charles een dag eerder faalde, gaat King Krule er deze avond met de kroon vandoor. Dat het debuutalbum maar snel mag volgen.
Het is één uur geweest, ik heb inmiddels tien bands achter de kiezen, de volgepropte dag – een bruiloft – begint zich onderhand ook wat te wreken, dus als het tijd wordt voor The Big Sleep, dan denk ik in eerste instantie aan een welverdiende nachtrust. Maar The Big Sleep staat vanavond voor een trio uit New York waar ik in eerste instantie niet bepaald chocolade van kan maken, of beter uitgedrukt: het is niet mijn smaak in cacao. Maar het is slechts als een eerste, op goed geluk gekozen bonbon uit een gevarieerd assortiment waarvan de inhoud niet is omschreven, want bij nummer twee is er sprake van een andere, maar vooral smakelijke vulling. Indierock met noise en een groove, die zich laat optrekken als een muur waar tegen het goed leunen is, en die gaandeweg steeds beter wordt. En bovendien: me mijn slaap doet vergeten.
Meer foto’s hier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten