woensdag 12 september 2012

North Sea Jazz (dag 1) - Rotterdam : Ahoy : vrijdag 12 juli 2012

North Sea Jazz bestaat al sinds 1976 en dit jaar beleeft het festival dus zijn 37e editie. Ik ben als bezoeker een relatieve nieuwkomer want dit is pas de zesde keer dat ik van de partij ben. Niettemin is NSJ sinds mijn eerste bezoek een vaste waarde geworden in mijn concertagenda, een evenement waar ik steevast naar uitkijk. Het is bovendien tot een van mijn favoriete festivals gaan behoren, en dat heeft voor een belangrijk deel te maken met de sfeer en het karakter. Die is namelijk anders dan ik gewend ben van de festijnen die ik doorgaans bezoek zoals bijvoorbeeld Pinkpop, Pukkelpop, London Calling en Metropolis. Op NSJ hoef ik me niet druk te maken over regen, modder of schroeiende hitte want de meeste optredens zijn overdekt. Het publiek is over het algemeen wat ouder, ‘beschaafder’ en netter gekleed – een in cocktailparty avondjurk gestoken dame die aan een glas champagne nipt is er niet uitzonderlijk – en schreeuwende dronkenlappen zal je er dan ook niet aantreffen. Je kunt vooraan het podium een artiest kijken zonder dat je geplet wordt, je kunt ervoor kiezen om te gaan staan of te gaan zitten (op een stoel dus) en het eten is er goed. Niet de gebruikelijke frites met kroket kramen – dat kun je er niet eens krijgen trouwens – maar wel bijvoorbeeld een heerlijke, culinair verantwoorde hamburger en dito notencake, om mijn twee persoonlijke favorieten even onder de aandacht te brengen. Het zal vast ook met mijn eigen ouder worden te maken hebben, maar NSJ – als festival – voelt steeds meer aan als op mij toegesneden.  Afijn, de eerste artiest... Hij stond al eerder op NSJ maar ik zie hem nu voor het eerst: Van Morrison alias Van The Man. Hij ziet er nog het meest uit als een oude gangster uit vervlogen tijden, inclusief gleufhoed, lange jas en zonnebril. Dat hij af en toe een saxofoon bespeelt, doet daar verder niets aan af. Van begrijpt niet waarom hij in de pers als ‘grumpy’ wordt neergezet. Want dat is hij niet, net zo min als zijn bandleden, die het eveneens ontkennen. Van komt tot de conclusie dat het de Britse pers is die hem als sikkeneurig betitelt. En niet hij, maar juist zij zijn ‘grumpy’. Het publiek joelt instemmend en Van heeft zijn dolletje gemaakt. Er is hier vanavond niemand die reden heeft om Van The Man ‘grumpy’ te noemen, want de zanger geeft wat het publiek wil horen. Zoals “Moondance” , waar ondergetekende heel erg blij van wordt, maar ja, die stond dan ook bovenaan mijn ‘wat ik hoop dat ‘ie gaat spelen’ lijst. En op zulke momenten begrijp je waarom Van de Man is. 

Michael Kiwanuka is een Britse singer songwriter met Oegandese roots die op plaat griezelig authentiek overkomt in zijn streven – want wat zou het anders moeten zijn – te klinken als een seventies neger die bedachtzame soul maakt. Single “Home again”, goed voor de nodige airplay op de Nederlandse radio en uiteindelijk een hoge hitparadenotering, is daar een treffend voorbeeld van. Het was genoemd plaatje dat ook mijn interesse in eerste instantie wekte, maar een album lang kan Michael mijn aandacht niet vasthouden. Het doet wat braafjes aan, met veel respect voor de voorbeelden uit het verleden, en zonder aandrang om buitensporig of eigentijds te zijn, laat staan iets toe te voegen aan de muziek en artiesten die hem inspireren. Ik besluit dan ook snel om Michael in te ruilen voor een andere neger, met meer ‘body’. En dat bedoel ik zowel letterlijk als figuurlijk. 

Met zijn forse postuur, onafscheidelijke pet en skicap, baard, snor en vriendelijke oogopslag doet Gregory Porter denken aan een knuffelbeer. En vermoedelijk is hij dat ook gewoon. In ieder geval is hij een zanger die gezegend is met een aangename, warmhartige stem die jazz en soul tot een eenheid brengt, en het vermogen heeft om de luisteraar te kalmeren. Zijn vertolking is gepassioneerd, zijn ‘stage presence’ is evident. Wanneer hij met ritmisch handgeklap het afsluitende “1960 what?” inzet, kan het publiek niets anders doen dan meeklappen, en mag saxofonist Yosuke Sato een glansrol vervullen. De Darling zaal zit niet voor niets lekker vol tijdens dit sterke optreden, en zoals Porter de toeschouwers meekrijgt, kan het niet anders dan dat hij bij een volgend bezoek aan NSJ een groter podium krijgt toebedeeld. Dat zou even logisch als gerechtvaardigd zijn.     

Wanneer je als NSJ bezoeker nog een keer extra in de buidel moet tasten – er even van uitgaande dat je alleen over een regulier dag- of weekendticket beschikt – dan is dat voor een optreden in de Amazon, de zaal waar de zgn. ‘plusconcerten’ plaatsvinden. Dan gaat het om artiesten of bands van een bepaalde statuur en/of die iets extra’s (plus dus) te bieden hebben. Melody Gardot stond al twee keer eerder op NSJ – in 2008 en 2009 – maar dit is de eerste keer dat ze als ‘plus artiest’ optreedt. Terecht, want het is een bijzondere performer – wiens nieuwe album “The absence” nog maar net in de winkels ligt – die je verleidt met een subtiel en intrigerend spel van schaduw en (gedempt) licht. Als gevolg van een auto-ongeluk is ze zeer gevoelig geworden voor licht en geluid, en haar muziek is daar een uitvloeisel van. Die zonnebril draagt ze dus niet zomaar. Ze is gekleed in het zwart maar zeker niet somber van toon. Melody maakt grapjes, is spraakzaam, soms té, wanneer ze tussen twee nummers een lange, met veel Frans doorspekte anekdote uit de doeken doet over een voorval in een vliegtuig en op een luchthaven. Op mooie, ingetogen momenten kun je een speld horen vallen, en haar band strekt tot voorbeeld. Naast eigen werk krijgen we als toegift “Somewhere over the rainbow” en het concert, want te laat begonnen, haalt zijn geplande eindtijd niet, maar wie maalt daarom bij deze bijzondere, elegante en intrigerende dame? Nou ja, ik toch wel een beetje, want meer van de één, betekent minder van de ander, zoals hieronder blijkt…

Beduidend meer ‘down to earth’ gaat het eraan toe bij de voluptueuze Jill Scott die geen moeite heeft het publiek voor zich te winnen. Soul, r’n’b en jazz zijn bij haar in goede handen, de muziek is groovy, het swingt, het is gezellig, het is druk, er wordt gedanst en gevoel voor humor is er ook. En dat is slechts de eindspurt, dus wie weet wat ik nog meer heb gemist, want door uit het uitlopen van Melody Gardot zijn me slechts de laatste twee songs van Jill gegund. Dat is jammer, want als daar nou “A long walk” bij had gezeten – een nummer met een persoonlijke, bijzondere lading – dan had ik daar minder moeite mee gehad. Tja, volgende keer beter…  

Gelukkig wordt veel goedgemaakt met het toetje, en dat is Chic (featuring Nile Rodgers). Of beter gezegd Nile Rodgers, want na het overlijden van Bernard Edwards, is hij het enige overgebleven originele groepslid. Maar niet de minste, want de goede man heeft een partij hits, zeg maar gerust klassiekers, op zijn naam staan waar je ‘U’ tegen zegt. Want behalve de man achter Chic knallers “Freak out”, “I want your love” en “Good times”, was hij ook verantwoordelijk voor onder andere “I’m coming out” en “Upside down” (Diana Ross), “We are family” en “He’s the greatest dancer” (Sister Sledge). Een feit dat veel mensen wellicht niet weten, en daar is Nile zich van bewust. “I wrote those songs!” zegt hij met gepaste trots en een bijbehorende brede grijns, nadat hij heeft verklaard te begrijpen waarom het publiek zich ongetwijfeld afvraagt waarom hij andermans nummers speelt. Met zo’n swingende CV staan Nile en zijn band garant voor een discofeest der herkenning waar de zaal wel pap van lust. Een vrolijke, lekkere afsluiter van de eerste NSJ dag. Good times! 

Meer foto’s hier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten