woensdag 15 augustus 2012

Juni 2012

CD’s

OBERHOFER – Time capsules II
Eén van de hoogtepunten op het London Calling festival in mei jl. was zonder twijfel Oberhofer, dat zijn naam dankt aan de 21-jarige frontman / zanger / componist Brad Oberhofer. De begintwintiger toont zich een kundig maker van aanstekelijke popliedjes die zich comfortabel in je hoofd nestelen om zich daar vervolgens niet te laten wegjagen. Grote kans dat hetzelfde hoofd en minstens één van je voeten al gauw mee knikken op de maat en het ritme van de muziek waar vrijwel steeds een xylofoon bij is betrokken. Op een totaal van tien songs valt er geen misser te noteren, en ook dat is knap. In combinatie met de productionele tips van veteraan Steve Lillywhite (o.a. U2, Siouxsie & The Banshees, Morrissey, The Rolling Stones) overstijgen de afzonderlijke liedjes – allemaal leuk dus, maar “oOoO”, “Away frm U” en “Landline” draai ik zelf nog het meest – de som der delen. Een onderhoudend album van een jong, fris talent.

NEW LOOK – New look
Reeds uitgekomen in september 2011, maar daarom niet minder het vermelden waard. Op het laatste London Calling festival maakte dit zowel muzikale als romantische koppel uit Canada, bestaande uit Sarah Ruba en Adam Pavao, op ondergetekende indruk met hun ruimtelijke en delicate electropop. The XX zijn fan, en het is te horen waarom. In sfeer en gevoel zit “New look” er niet zo ver vanaf, ook in de spaarzame en effectieve toepassing van het instrumentarium. Naast electropop is ook (acid) house een belangrijk bestanddeel: niet ten behoeve van euforische dansvloerkrakers – ofschoon er zeker op te swingen valt – maar voor intieme, onder de huid kruipende synthpop liedjes. Ruba heeft een stem die zich het best laat omschrijven als sensueel afstandelijk, voor zover dat logisch klinkt. “New look” staat vol met glinsterende gletsjers, zoals het prachtige duo “Nap on the bow” en “Teen need”. Jammer dat deze plaat nog niet de aandacht heeft gekregen die het verdient.

2:54 – 2:54
De in november verschenen EP “Scarlet” liet een enorme sprong voorwaarts horen ten opzichte van de eerder dat jaar verschenen debuutsingle “On a wire” en die lijn wordt doorgetrokken op het eerste album van de zusters Hannah en Colette Thurlow. Laatstgenoemde is in het bezit van een zwoele, zinnelijke stem die vrijwel elk nummer van een smachtende, verleidelijke atmosfeer voorziet. Er hangt een ‘air’ van romantische gotiek over de plaat heen, een zekere broeierigheid die je ook bij Warpaint aantreft, en daarnaast zou “2:54” bepaald geen gek figuur hebben geslagen op 4AD anno eind jaren 80, begin jaren 90. Dit is een plaat die het best werkt als een geheel, al springen er zeker een aantal individuele tracks uit: “Scarlet”, “You’re early” en “Revolving”.

ZULU WINTER – Language
Wanneer een band zijn (debuut)album ‘Language’ meegeeft, dan is het wel zo interessant te horen welke muzikale voertaal gehanteerd wordt, toch? Zulu Winter zal het best verstaanbaar zijn voor degenen die Coldplay als moedertaal hebben, en enige idioomkennis van Keane – ze namen Zulu Winter niet voor niets mee tijdens hun Britse tournee – is mooi meegenomen. Dat maakt ZW tot een kanshebber om bij fans van beide genoemde bands in de smaak te vallen, alsmede ‘door te breken’. Met sterke liedjes als “We should be swimming”, “Silver tongue”, “Never leave” – niet toevalligerwijs ook alle drie als single uitgebracht – albumstarter “Key to your heart” en voormalige B-kant (!) “Let’s move back to front” zou dat moeten lukken. Niet alles op dit debuut haalt dat niveau, en de productie had best wat minder gepolijst mogen zijn. Weet de goede verstaander van deze “Language” dan genoeg?

LAST DINOSAURS – In a million years
In hun thuisland Australië is dit jeugdige kwartet uit Brisbane al succes en populariteit ten deel gevallen, nu de rest van de wereld nog. Ik leerde ze pas kennen sinds het laatste London Calling festival in mei jl. waar ze met lekker ongecompliceerde indiepop voor een aangenaam en onderhoudend half uur garant stonden. Frisse, koolzuurhoudende liedjes, zo dacht ik er destijds over, en die mening blijft overeind na het beluisteren van dit debuutalbum. Zomervakantiepop, zo zou je het ook kunnen noemen, en dat is bedoeld als compliment, met aanwezige, maar nooit te nadrukkelijk ingebakken invloeden van bands als Franz Ferdinand, Friendly Fires, Vampire Weekend, The Kooks en Phoenix. Deze priklimonade smaakt het best na teugen van “Weekend”, “Honolulu” en “Zoom”.

RUMER – Boys don’t cry
Het tweede album van Rumer, het alias van de Britse zangeres Sarah Joyce, bestaat uit louter covers, of interpretaties zo u wil, van singer-songwriters uit de jaren zeventig. Het is een intuïtieve keuze geweest om voor deze aanpak te kiezen, zo las ik in een interview, en de individuele liedjes behoren bovendien tot haar persoonlijke favorieten. Het is jammer dat alle songs qua tempo en arrangement zo homogeen zijn, dat je al snel snakt naar variatie. Ofschoon de gecoverde artiesten vrij bekend zijn zoals bijvoorbeeld Todd Rundgren, Isaac Hayes en Hall & Oates, zijn hun gekozen liedjes eerder obscuur, met uitzondering van “Sara smile” (Hall & Oates) misschien, waarmee we meteen de meest geslaagde cover te pakken hebben. Als luisteraar ben je niet snel geneigd om je na beluistering van “Boys don’t cry” (helaas geen versie van het gelijknamige Cure nummer trouwens) te gaan verdiepen in de originelen. “Boys don’t cry” is hooguit een tussenstop, een rustpauze op weg naar een volgend Rumer album met eigen materiaal.

KEANE - Strangeland
Anders dan de albumtitel doet suggereren keert Keane met hun vierde plaat juist terug naar vertrouwde grond, zeker na de muzikale uitstapjes op het vorige album “Perfect symmetry” (2008) en de EP “Night train” (2010). Dat komt er in de praktijk op neer dat de band is aangemeerd bij de thuishaven waar het ooit allemaal begon: het vooralsnog onovertroffen debuut “Hopes & fears”. Een veilige keuze, waarin het pianotoetsenwerk van songleverancier Tim Rice-Oxley weer centraal staat, en die in ieder geval een aantal prima songs oplevert in de vorm van single “Silenced by the night”, “You are young” en het vrolijke, zelfverzekerde “Open road”. Wie de bonusversie van het album heeft, mag daar “The boys” aan toevoegen. Zet genoemd viertal bij elkaar en je hebt een uitstekende EP die als aanrader binnen het Keane oeuvre mag gelden. Maar helaas, “Strangeland” bevat beduidend meer songs, en die zijn van het type ‘het ene oor in, het andere oor uit’, en even risico- als bloedeloos, of ze nu episch zijn bedoeld of klein gehouden. 

OFF! – OFF!
“OFF!” moet worden beschouwd als het eerste album van de gelijknamige punkband, maar de in 2010 uitgebrachte compilatie van vier eerder verschenen EP’s (het derhalve zo getitelde “First four EP’s”), samen goed voor 16 nummers, zou je feitelijk als het echte debuut kunnen bestempelen. Wie bekend is met die verzameling, zal op “OFF!” meer van hetzelfde aantreffen. Ex-Black Flag zanger Keith Morris zingt niet minder vurig, en zijn musicerende kompanen knallen er opnieuw lustig op los, maar ze deden het eerder en beter op hun EP’s. OFF! is op zichzelf beschouwd een solide punkplaat maar binnen het oeuvre van de band is het niet meer dan een herhalingsoefening.

Met terugwerkende kracht

MY BLOODY VALENTINE – Isn’t anything
En toen was er ‘shoegaze’… Want als startschot / vertrekpunt van het genre mag dit in 1988 uitgebrachte album van MBV als zodanig worden aangeduid, inmiddels uitgegroeid tot een ‘must have’ indie classic die voor veel navolging zorgde en de carrières van diverse bands in het leven riep. Het is levendige plaat met dissonante, uit behandelde gitaarlagen kolkende noise die, ofschoon beïnvloed door Sonic Youth, op niets leek wat er aan voorafging, meestal gekoppeld aan jachtige drumpartijen en dromerige vocalen. “Isn’t anything” inderdaad, want met niets te vergelijken, of het nu een explosieve track betreft als “Sueisfine” of de smeltende violen in een gedroomde storm “All I need”. Essentieel. 

Singles

2:54 – You’re early
Wat ik hier had willen zeggen, is grotendeels terug te vinden bij mijn bevindingen met betrekking tot het 2:54 album zoals hierboven te vinden. Inzoomend op deze van die plaat getrokken single, is de keuze voor “You’re early” absoluut gerechtvaardigd. Het is een song waar het verlangen vanaf druipt, smacht gevangen in de groeven van het vinyl waarop het is geperst. Eh…. tenzij je de digitale versie hebt gekocht of gestolen natuurlijk. 

THE CROOKES – Afterglow
Ze zijn weer terug, met een nieuwe gitarist weliswaar, maar dat valt er niet aan af te horen: de sympathieke band uit Sheffield die vorig jaar een goede indruk achterliet met het heel aardige album “Chasing ghosts”, waarop invloeden van Orange Juice en The Smiths doorsijpelden, en als zodanig een geestverwant van Frankie & The Heartstrings. Het vlotte “Afterglow” met aanstekelijk ‘woo woo woo woo ooh ooh ooh ooh’ koortje, afkomstig van hun tweede plaat “Hold fast”, trekt de lijn door. Welcome back!  

RAISED ON REPLICAS – OMG
De tweede release op het nieuwe Louder Than War label, dat dit jaar zo sterk van start ging met Deadbeat Echoes. Deze single mag er ook zijn, lekker scherp en snedig, ietwat hoekige indie noisepop. Raised On Replicas is een kwartet uit Brighton die voor zover ik weet met “OMG” hun eerste fysieke output mogen noteren. Dat het hierbij maar niet mag blijven. 

ARCTIC MONKEYS – Black treacle
De vierde single van het vorig jaar uitgekomen “Suck it and see” is een solide en volwassen nummer van een band die zich al lang en breed heeft bewezen. Draaien we het plaatje om, dan treffen we daar Richard Hawley & The Death Ramps aan, laatstgenoemde een grappig alias van Arctic Monkeys, die zich in “You and I” even lekker het imago van een rock’n’roll band kunnen aanmeten, zoals ze voor het eerst deden op “Humbug”. 

CITIZENS! – Reptile
Nee, tussen mij en Citizens! gaat weinig liefde verloren. “Reptile” is, als je het mij vraagt, hun leukste / beste liedje, maar een aantal luisterbeurten later kan ik er weinig meer mee. Hoofdverantwoordelijke is en blijft de zanger wiens stemgeluid me op den duur begint te irriteren. Dat Alex Kapranos van Franz Ferdinand de productie deed, is daarbij niet meer dan een voetnoot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten