Thee Oh Sees zijn al vanaf 1997 actief, overigens onder verschillende namen, en hun output tot dusverre omspant al zo’n 13 albums en talloze singles, al dan niet split releases met andere groepen of artiesten. Ik ben pas laat aangehaakt, vorig jaar om precies te zijn, met de release van “Carrion crawler / The dream”, oorspronkelijk als twee afzonderlijke EP’s bedoeld, maar uiteindelijk als één volwaardig album uitgebracht. Tot dan toe kon het werk van Thee Oh Sees me niet echt boeien – al maak ik voor het in 2010 uitgekomen “Warm slime” een uitzondering – maar “Carrion crawler / The dream” is een plaat waar je gewoonweg niet omheen kunt. Niet alleen binnen het genre garagerock, maar ook daarbuiten. In mijn persoonlijke albumjaarlijst van 2011 stond de plaat dan ook op de derde plek. Het is jammer dat het voorlopige hoogtepunt van dit Californische viertal vooralsnog niet de publieke aandacht heeft gekregen die het verdient, al kan het wel bogen op lovende kritieken. Terecht nogmaals, want het is een uitstekend album, en zelfs – zo durf ik te beweren – een klassieker onder de (psychedelische) garagerockplaten. Reden genoeg om de band live aan het werk te zien in Paradiso, waar ze al eerder hebben opgetreden. Hun vooruitgesnelde live reputatie, mede gevormd door veel spelen, maken ze meer dan waar.
Het viertal geeft het publiek amper kans om op adem te komen. Zanger / gitarist John Dwyer, die al heel wat bands heeft versleten, soms met tot de verbeelding sprekende namen als Dig That Body Up, It’s Alive en Zeigenbock Kopf, heeft er zichtbaar zin in, de op een plek vooraan opgestelde drummer Mike Shoun maakt een verbeten en geconcentreerde indruk, bassist Petey Dammit – vast niet zijn echte naam – is een getatoeëerde skinhead die al gitaar spelend danspasjes maakt in zijn Doc Martens en toetsenist / tamboerijnmepper / zangeres Brigid Dawson is gewoon supercool. Twee jonge knullen laten zich voor het podium helemaal gaan op de muziek, een natuurlijke reactie op het energieke, dampende optreden. Wanneer dat tot een einde komt, volgt een luide publieksroep om meer die vervolgens met een toegift van een paar nummers wordt beloond. Daarna is het achter in de zaal dringen bij de man met de Thee Oh Sees merchandise die weinig moeite heeft om T-shirts, vinyl en zeefdrukken van Thee Oh Sees kwijt te raken. De conclusie moge duidelijk zijn: gaat dat zien!
Meer foto’s hier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten