Vrouwen die bas spelen zijn cool, toch? Zie bijvoorbeeld Kim Deal, Kim Gordon en Suzi Quatro, om er even drie te noemen. Esmeralda Spalding mag aan het rijtje worden toegevoegd, ook al bevindt ze zich dan in een ander genre – jazz in plaats van rock, en tevens een fusie van de twee – dan de genoemde voorbeelden. Overigens is Esmeralda voornamelijk in de weer met een staande bas, maar vanavond hanteert ze ook de basgitaar. Op het podium staat een ghettoblaster afgebeeld, een verwijzing naar haar album “Radio music society, dat dit jaar verscheen. Behalve een getalenteerd bassist is Esmeralda een begenadigde zangeres, die zowel krachtig als zoetgevooisd voor de dag kan komen. Een lekkere start van deze tweede dag van North Sea Jazz.
En dan eindelijk… Rufus Wainwright. Eindelijk? Ja, want om uiteenlopende redenen kwam het er steeds niet van om een concert van hem bij te wonen, terwijl ik dat toch al jaren van plan was te doen. Gelukkig dat NSJ de muzikale grenzen van het festival al geruime tijd heeft opgerekt tot buiten het jazzgenre want anders had Rufus hier niet gestaan, zeker nu hij zelf met laatste album “Out of the game” zijn eigen grenzen naar een meer popgericht geluid heeft verlegd. Van die plaat komt vrij veel aan bod, te beginnen met “Candles”, de mooie, gedragen ode aan zijn overleden moeder Kate McGarrigle. Na deze plechtstatige start neemt Rufus goedlachs het applaus in ontvangst. De zanger komt tijdens het hele optreden aimabel, opgewekt en praatgraag over. Mijn hoge verwachtingen worden in de vijf kwartier die Rufus zijn gegund moeiteloos ingelost, zelfs wanneer hij het vocale gedeelte overlaat aan anderen zoals in de covers (van moeder Kate en haar zus Anna) “Saratoga summer song” en “I don’t know”, dat respectievelijk wordt gezongen door bandleden Teddy Thompson en Krystle Warren. Persoonlijke ‘highlights’ zijn het gemoedelijke “Out of the game”, het op golvend pianospel dansende “Montauk” en de bijna-disco song “Bitter tears”. Wanneer Rufus een opmerking maakt over de grootte van de zaal die hem doet denken aan een conventiehal zoals gebruikelijk bij Amerikaanse presidentsverkiezingen, en dat hij nooit eerder in zo’n enorme hal heeft opgetreden, kan ik hem maar moeilijk geloven. En als het al zo is, dan verdient hij slechts zalen van deze omvang. “Please buy my record” smeekt Rufus (met brede glimlach). Dat er maar veel gehoor aan mag worden gegeven.
Herinneringen aan vroeger, aan mooie, vervlogen tijden, worden vaak, naarmate de tijd verstrijkt, steeds rooskleuriger. De jaren zeventig bijvoorbeeld, die ik als kind en tiener bewust meemaakte. Ergens op het snijvlak van die twee levensfasen dook George Benson op in de platencollectie van een oudere broer. Op de pick-up van zijn slaapkamer of via de audiocassettespeler in zijn auto kwam George regelmatig voorbij, in het bijzonder de succesvolle albums “Breezin’” (1976) en “In flight” (1977), die van de meest toepasselijke titels waren voorzien. Muziek als een verkoelende bries, een onbekommerde vogelvlucht door een strakblauwe hemel. ‘Smooth jazz’ met een hoofdrol voor het gitaarspel van Benson, zowel tijdloos als voor mij ook sterk verbonden aan prettige gevoelens van nostalgie. Dus ja, Benson kan bij ondergetekende bij voorbaat al niet stuk, wat getuige de opkomst en reacties van het publiek voor meer mensen lijkt te gelden, vooral tijdens sluitstuk “On Broadway”. Na het optreden geeft Benson een radio-interview in een mobiele studio naast de zaal, en slechts een simpel wandje met raam erin scheidt de gitaarvirtuoos van bezoekers die opgewonden naar binnen gluren en hem vastleggen op de gevoelige plaat. Daar kan ik natuurlijk niet bij achterblijven. Thanks for the memories, mister Benson!
Ach ja, Robert Cray, de sympathieke bluesgitarist die medio jaren tachtig zijn doorbraak beleefde met album “Strong persuader” en de van die plaat getrokken song “Right next door”. In Amerika vergaarde hij een aantal Grammys, scoorde nog wat hits en daarna ben ik hem uit het oog verloren. Niet dat ik hem ooit actief volgde trouwens. Maar goed, hij staat hier vanavond, ik heb niets beters te doen, en dan kijk je een paar nummers zonder dat het echt tot je doordringt. Je gedachten dwalen af naar de notencake die ze in de foyer verkopen, of zou ik de munten die ik nog op zak heb toch maar weer spenderen aan een drankje? Keuzes, keuzes. En Robert Cray, hij speelde voort.
Meer foto’s hier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten