Doorwerken tot je 67e of langer een gruwel? Niet voor de Amerikaanse crooner Tony Bennett die naar ik vermoed met zijn 85 levensjaren de oudste artiest is die op de laatste dag van deze North Sea Jazz editie in Ahoy te bewonderen valt. En dat zonder rollator of zuurstoffles. Wel bij de hand is zijn dochter Antonia die onaangekondigd het ‘voorprogramma’ verzorgt, voordat ze na drie nummers vaderlief aankondigt. De roodharige Antonia probeert mee te liften op het succes van haar verwekker maar op basis van haar korte, niet bijzondere optreden zal ze nooit uitstijgen boven de vermelding ‘de dochter van’. Aardig voor een bedrijfsfeestje of als liftmuziek maar ik vermoed sterk dat ze nooit op eigen kracht een plek zou hebben veroverd op dit festival. Nee, dan vader Tony, die vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn naam vestigde als crooner. En dat croonen gaat hem, ondanks zijn hoge leeftijd, nog steeds goed af. Niet lang voor haar dood nam hij zelfs een duet op met Amy Winehouse. De door Bennett ten gehore gebrachte songs doen je denken aan de klassieke, gouden jaren van Hollywood (de Brat Pack, Hepburn, Taylor etc.), New York in de jaren vijftig en liefdesvreugde –en leed op Broadway. Hij heeft genoeg materiaal om uit te putten zoals “I left my heart in San Francisco”, “The good life” en “Who cares”. Geen spannend maar wel een aangenaam, relaxed optreden, zoals ik eigenlijk wel had verwacht. Wat de verwachtingen zijn van de vrouw van middelbare leeftijd in de stoelenrij vlak voor me, daar kan ik enkel naar gissen. Ze zit namelijk Wordfeud te spelen, zich weinig bekommerend om wat er op het podium gebeurt. Waarom koopt zo iemand een kaartje, vraag ik me af. Of zou ze het hebben gekregen – een relatiegeschenk wellicht? – en is ze nu hier omdat ze toch niets beters te doen heeft… behalve Wordfeud spelen dan? Het liefst had ik even voorover gebogen en haar een bepaalde woordsuggestie gedaan…
Over smaak gesproken, daar schieten woorden bij tekort Waylon. Of beter gezegd: ik heb er niet zoveel woorden voor, want het raakt me niet. Waylon heeft zeker een goede stem met een rafelige rand, en leuk voor hem dat ‘ie werd getekend door Motown – ook al liggen de gloriejaren van het label al lang achter ons – maar ik kan er zoals gezegd warm noch koud van worden. Wist u trouwens dat Waylon eigenlijk gewoon Willem heet? Maar ja, dat klinkt niet sexy genoeg. In ieder geval niet voor Motown. Zie je het al voor je: Marvin Gaye, The Supremes, Jackson 5… en Willem. Ik wens Willem, pardon: Waylon, verder veel succes en besluit naar buiten te gaan. Een goede keuze, want daar wacht me een aangename verrassing.
Op dit weblog heb ik al vaker verklaard fan te zijn van de Amerikaanse rasartiest Janelle Monáe. Een fascinatie die begon met haar bijdrage aan het tv-programma “Later… with Jools Holland”, ergens in 2010, die ik maar bleef terugkijken. Een aantal malen heb ik haar met eigen ogen kunnen aanschouwen, de laatste keer bijna precies een jaar geleden, op ditzelfde festival. De Maas zaal kreeg ze die dag aan haar voeten, en op basis van die prestatie is ze teruggevraagd én gepromoveerd naar de grotere Nile hal. Ik heb me daar ruim voor het optreden al verzekerd van een plek vooraan. Met de podiumgordijnen nog gesloten, wordt Janelle Monaé en haar veelkoppige band met veel gevoel voor showbizz aangekondigd door een neger in rokkostuum en hoge hoed. Wat daarna volgt is nagenoeg dezelfde show waar Janelle al ruim twee jaar mee over de wereld reist en die haar een flinke schare bewonderaars en fans heeft opgeleverd, van Prince tot Obama, en van Karl Lagerfeld tot Indindo. Vanavond zijn er ongetwijfeld weer een hoop bijgekomen, want opnieuw krijgt Janelle de zaal plat, zelfs letterlijk, in “War of the roses”, wanneer ze iedereen maant tot hurken tijdens het ‘cooling down’ moment van het nummer, in afwachting op de spetterende climax. De combinatie van haar zang-, dans- en performancetalent, haar ‘trademark’ zwart-wit outfit met coole kuif en een repertoire waarin de beste elementen van o.a. Michael Jackson, Stevie Wonder, Prince en James Brown samenkomen laat wederom een onuitwisbare indruk achter. Zoals gezegd is er aan de show en de setlist sinds haar vorige NSJ optreden weinig gesleuteld, ongetwijfeld volgens het principe ‘never change a winning team’. Niettemin kijk ik erg uit naar nieuw materiaal en dat dient zich aan in de gedaante van het swingende en naadloos op haar repertoire aansluitende “Electric lady”, de titelsong van haar volgende album. Iets om naar uit te kijken, want met dit spetterende en spraakmakende optreden heeft Janelle weer de nodige zieltjes gewonnen.
Er wordt veel gewag gemaakt van de terugkeer van soul- en funkzanger D'Angelo die in 2000 naar men zegt een legendarisch optreden gaf op NSJ en vervolgens min of meer in rook opging. Voor veel mensen is het optreden van D’Angelo zodoende iets om naar uit te kijken, maar ik blijf er nuchter onder. Ik was er in 2000 niet bij, ik ken precies één nummer van D’Angelo (“Brown sugar”, de titelsong van zijn gelijknamige album uit 1995) en dat was het wel zo’n beetje. Ik gun hem een paar nummers mijn aandacht maar ik merk dat die vooral zwevende is. Legendarisch wordt het in ieder geval niet, al was het maar omdat hij drie kwartier te laat begint en daarmee een hoop goodwill verspeelt bij het publiek. Van zowel Amos Lee als Mike Stern pik ik slechts een flard op in het voorbijlopen dus daar zal ik u verder niet mee lastigvallen.
Meer foto’s hier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten