Heel af en toe, zo om de paar jaar, dan komt er een band voorbij die me, bijna vanuit het niets, meteen weet te raken en opwindt. De laatste keer dat dit gebeurde was een paar maanden geleden, toen ik – zoals wel vaker – nieuwsgierig geworden door een paar regeltjes in NME, op internet op zoek ging naar muziek van de vanuit Londen opererende band Savages. Op YouTube stuitte ik op een tijdens hun eerste live optreden (in januari jl.) opgenomen nummer getiteld “City’s full”, professioneel gefilmd in zwart/wit. Die avond zou ik als een nieuwbakken verslaafde de clip nog diverse malen opnieuw afspelen. Ik kon er maar geen genoeg van krijgen. De combinatie van gedreven muziek waarin de beste elementen samenkomen van Joy Division, Siouxsie & The Banshees, The Slits en PIL – een postpunk natte droom, kortom – en de uitstraling van de ‘all female’ band (vooral zangeres Camille Berthomier) zorgde voor een perfect, bijna te mooi om waar te zijn geheel. Daarna struinde ik het internet af naar andere bandopnames. Niet alleen om meer materiaal te vinden, maar ook was ik erg nieuwsgierig of “City’s full” een eenzame uitschieter was of dat de rest van dezelfde kwaliteit zou zijn. Ik ben namelijk wel vaker op een nieuwe band gestuit die me pakte met bijvoorbeeld een eerste single wat dan ook meteen hun hoogtepunt bleek te zijn. Savages heeft de lakmoesproef met vlag en wimpel doorstaan. Want alles wat ik na “City’s full” van de band vond, maakte me alleen nog maar enthousiaster. De ‘buzz’ rondom Savages werd gelukkig ook in Nederland opgepikt, want enkele maanden na mijn eerste kennismaking vernam ik dat de band was geboekt voor het gratis (!) festival De Affaire in Nijmegen. Bovendien zou dit het eerste optreden van Savages buiten hun thuisland worden.
Bij het Valkhofpark aangekomen is er nog een minuut of twintig te gaan voordat Savages van start gaat. Op een aangrenzend podium is een andere band bezig. Voor de bühne waar Savages zal optreden is het nog nagenoeg leeg. De band verschijnt om een soundcheck te doen, ik sta als een blij kind in mijn Savages T-shirt – één maat te klein trouwens, maar wie mooi wil zijn moet pijn lijden, nietwaar? – het tafereel gade te slaan. Hoeveel van de aanwezigen de band überhaupt kennen weet ik niet, maar het zullen er vast weinigen zijn. Niet dat het mij iets uitmaakt, want wat telt is dat ik er zelf ben en weet wat te wachten staat. Voor het optreden is drie kwartier ingeruimd, en vanaf minuut één maakt het indruk. In tien songs presenteert Savages zich als een band die dan wel nog geen jaar oud is maar wel al de focus, intensiteit, zelfverzekerdheid en de compleetheid heeft van een groep die al vele malen langer aan de weg timmert. Noem het de ‘x factor’ voor mijn part, maar Savages heeft hét. In overvloed. Want dit is tevens een band waarin de som der delen het geheel overstijgt. Fay Milton hakt erop los alsof ze probeert de drumvellen te penetreren, en samen met de hypnotiserende, aan Peter Hook in zijn beste tijd doen denkende baslijnen van Ayse Hassan, vormt ze de stuwende ritmesectie van de band. Gemma Thompson is verantwoordelijk voor de verraderlijk simpele (lees: tot de essentie teruggebrachte) maar effectieve ‘noisy’ gitaartextuur die zijn wortels heeft in postpunk. En dan is er ‘last but not least’ Camille Berthomier, die zichzelf Jehnny Beth noemt: een frontvrouw met een natuurlijke, aandacht opeisende ‘stage presence’. Ik ken haar al als helft van het (Franse) duo John & Jehn (samen met haar levenspartner Nicolas Congé), dat ik een aantal jaren geleden zag in Paradiso, en ook toen liet ze een blijvende indruk op me achter. In Savages komt ze over als een vrouwelijke Ian Curtis, in houding, beweging – gelukkig niet de epileptische variant – en in haar intense, starende blik.
Meer foto’s hier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten