dinsdag 1 mei 2012

Motel Mozaïque - Rotterdam : Rotown, Rotterdamse Schouwburg : vrijdag 20 april 2012

De laatste jaren pik ik van Motel Mozaïque toch wel een avondje of twee mee, soms tot het late einde. Dit keer ben ik er slechts in bescheiden mate bij, en beperkt mijn motelbezoek zich tot een schamel aantal uurtjes op de vrijdag. De oogst is dan ook mager: ik zie welgeteld twee bands en pik een stukje mee van een artistieke performance. Een combinatie van ongelukkige timing en andere, reeds eerder geplande activiteiten. Gelukkig ‘mis’ ik relatief weinig in de zin dat ik veel van de bands en artiesten die me interesseren al eens live heb gezien. Toch is het juist een band die ik al eens eerder zag, weliswaar vijf jaar geleden, die een reis naar Rotterdam erg de moeite waard maakt.

Nadat ik op het Schouwburgplein mijn ticket heb ingewisseld voor een polsbandje, vervolg ik mijn weg naar Rotown, een van de 15 locaties waar iets te beleven valt. Die liggen overigens niet allemaal vlak bij elkaar, en een fiets zou in sommige gevallen best handig zijn geweest. Daarbij ben ik bepaald niet bekend met de Rotterdamse binnenstad. In het gratis programmaboekje is weliswaar een plattegrond te vinden maar een aantal locaties staan daarop niet eens op straatniveau aangegeven. Kortom: zoek het zelf maar uit. Gelukkig ken ik Rotown van eerdere bezoeken, en is het erg makkelijk te vinden. De zaal puilt uit wanneer de eerste band van de avond haar opwachting maakt: White Rabbits. Is dat omdat iedereen ze zo graag wil zien? Voor een deel gaat dat op, maar ik krijg sterk de indruk dat de meeste bezoekers vooral elkaar wil zien. En storender nog: elkaar wil spreken. Jammer… Hoe dan ook, dit sextet uit Brooklyn, NY heb ik pas vrij recentelijk leren kennen dankzij hun derde album “Milk famous”. “De plaat bevat indierock waar vooral stukjes en beetjes van Radiohead in te herkennen zijn (“Hold it to the fire”, “Are you free”) die echter zijn gebruikt als creatieve bouwstenen om tot een eigen smoelwerk te komen”, citeer ik mezelf gemakshalve. Vergelijkingen met de band Spoon zijn evenmin van de lucht, zo heb ik begrepen, maar aangezien ik die alleen van naam ken, kan ik dat beamen noch ontkrachten. De band is vanochtend per vliegtuig aangekomen in Nederland, geslapen hebben ze nog niet en vandaar dat ze zich wat ‘weird’ voelen, laat zanger Stephen Patterson weten. Dat is niet te merken, want vanaf openingssong “Heavy metal” maken ze een gedegen indruk. De setlist leunt overwegend op “Milk famous” met sterke uitvoeringen van onder meer “Temporary” en “I’m not me”. Er wordt regelmatig van instrumentarium gewisseld, en af en toe maakt de band gebruik van twee drums wat voor enige visuele meerwaarde zorgt. Het klinkt en ziet er allemaal solide uit, en met een toegift wordt het concert overtuigend afgesloten, maar een gevoel van euforie blijft uit.

Na het optreden wurm ik me een weg naar buiten en begeef ik me naar de Stadsschouwburg. Meer om daar de tijd te doden, wat rond te hangen en een sanitaire stop te maken dan dat er iets interessants op het programma staat. In de foyer houd ik staande bij de performance van t.r.a.n.s.i.t.s.c.a.p.e. uit België. Wat ik zie zijn twee enorme condoomachtige gevallen en een houten loket. In de ene ‘condoom’ dansen twee langharige jongedames in identieke rode jurkjes, in de ander maakt een man een monotone loopbeweging zonder van zijn plaats te komen. Voor hem staat een zuurstoftank, achter hem staat een Aziatische knul met ontbloot bovenlijf de binnenkant van het omhulsel met witte verf te voorzien van Oosterse karaktertekens. Later zal de Aziaat de andere man met een verfroller bewerken. Tussen de condooms door dansen een breed glimlachende neger en een negerin op expressieve wijze, om een tijd later zichzelf in doorzichtige folie te hullen. Noem me een cultuurbarbaar, maar ik kan er geen chocolade van maken. De uitleg heb ik zodoende van hun website moeten spieken: de multidisciplinaire installatieperformance Urban Distortions combineert dans, live muziek en architectuur in een poging om de steden Hong Kong, Brussel en Mtwapa (Kenia) te decoderen en te portretteren. In de voorstelling van t.r.a.n.s.i.t.s.c.a.p.e. stappen de dansers en muzikanten in grote opblaasbare ballonnen en verkennen grenzen, snelheden en bewegingen. Afijn, weet u dat ook. Goed dat je als toeschouwer in de gelegenheid wordt gesteld dit te ontdekken, maar het zal Jan met de pet, laat staan Henk en Ingrid, alleen maar in de overtuiging sterken dat kunst een linkse hobby is en er tot op de laatste cent op bezuinigd dient te worden.

‘Dankzij’ het proces van meervoudige moordenaar Anders Breivik staat Noorwegen de laatste tijd op een minder aangename kant in het nieuws, dus hoog tijd om die balans eventjes vlot te trekken. Het vierkoppige gezelschap 120 Days doet zelfs meer dan dat: ze stuwen zichzelf omhoog naar een hoogtepunt. De verwachtingen lagen bij ondergetekende hoog, want de herinneringen aan een fantastisch optreden op Pukkelpop (2007) zijn nog altijd springlevend. Het nieuwe album, simpelweg “II” geheten, hebben de verwachtingen verder opgeschroefd, en die worden vanavond moeiteloos ingelost. De zaal is lang niet zo gevuld als bij White Rabbits. Enerzijds jammer, want 120 Days verdient een volle bak, anderzijds zijn we nu wel verlost van een hoop zwetsende toeschouwers. Waarbij ik me dan wel goed kan voorstellen dat de band de kletsers zowel aan het zwijgen als aan het dansen had gekregen. Stilstaan is namelijk geen optie met de energieke, opwindende mix van electrorock, Underworld, en Giorgio Moroder. Het is daarom ook zo sneu dat niet stilstaan voor mij ook een andere betekenis kent: de laatste trein huiswaarts wacht niet, en dus moeten op een gegeven moment de dansende voeten switchen naar lopende voeten… richting station. Een T-shirt zit er helaas niet in, want de band heeft geen merchandise in aanbod. Hopelijk hoef ik tot aan mijn volgende ontmoeting met 120 Days niet weer vijf jaar te wachten, want dit was opnieuw erg de moeite waard!

Meer foto’s hier!











Geen opmerkingen:

Een reactie posten