Begin volgend jaar ga ik voor het eerst in pakweg twintig jaar naar dancing Stoba te Echt dat zo’n kwart eeuw geleden elke zaterdagavond ‘the place to go’ was voor mijn vrienden en ik. In die tijd kon je daar dansen op alternatieve muziek als ik tenminste niet met een glas bruin bier (een zgn. ‘indo’) vanaf het podium stiekem naar leuke meisjes stond te gluren. Op zo’n avond draaide de DJ (‘Jan met de pet’ luidde zijn bijnaam) altijd een paar vaste nummers waar “No tears” er eentje van was. Ik heb er zelf nooit op gedanst – ik was meer van The Smiths en The Stooges – en bovendien wist ik niet om welke band het ging. Dat het Tuxedomoon betrof, daar kwam ik pas jaren later achter, toen de Stoba voor mij allang verleden tijd was. Een opmerkelijke ontdekking was dat, aangezien ik Tuxedomoon tot dan toe toch vooral had weggezet als weliswaar alternatieve maar mij te ‘arty farty’ band. Met mijn VHS videorecordertje nam ik vroeger zoveel als mogelijk op van het schaarse aanbod dat op tv werd vertoond op het gebied van alternatieve muziek. En heel af en toe zat daar wel eens Tuxedomoon tussen, bijvoorbeeld in een kunstprogramma (!) van – wie anders? – de VPRO. Niet zelden ging halverwege de opname mijn vinger alweer richting de ‘stop’ toets want ‘dit artistieke gedoe’ vond ik maar niks, te weinig rock’n’roll en te bedacht. In mijn flinke VHS collectie – het overzetten op DVD is overigens nog een hele klus en een werk in uitvoering – is er dan ook nauwelijks (meer) iets terug te vinden van Tuxedomoon. Wat me zo te binnenschiet is een BRT item over Tuxedomoon lid van het eerste uur Winston Tong die een marionet van Billie Holiday bedient. Heel artistiek. Gegeven het voorgaande zou je kunnen denken dat de aankondiging van een exclusief Nederlands concert van Tuxedomoon in de Nieuwe Nor te Heerlen mij onberoerd zou laten. Maar we zijn de VHS jaren reeds lange tijd gepasseerd, mijn muzikale smaak heeft zich behoorlijk ontwikkeld en verbreed en daarmee heb ik ook Tuxedomoon op zijn juiste waarde weten te schatten, zelfs al ben ik nog steeds slechts bekend met een beperkt deel van hun oeuvre.
Dat de vijf heren – samen goed voor wat de definitieve line-up van de band mag heten – in hun nette pakken in eerste instantie doen denken aan een stel docenten op de jaarlijkse officiële schoolreceptie is een gedachte die al snel vervliegt. Zelfs de altijd wat ongemakkelijke gevoelens oproepende combinatie van kalend met paardenstaart, die bassist Peter Principle aanhangt, wordt (uiteraard) al snel een pietluttig detail, omdat de muziek de aandacht weet op te eisen. Principe hoeft dat als persoon niet zo nodig, die zorgt met zijn spel voor een solide basis. Ook de naast hem opgestelde Luc van Lieshout prefereert een rol in de luwte. Steven Brown en de zowel Amerikaans als een mopje Nederlands sprekende Blaine L. Reiniger treden het meest op de voorgrond in hun interactie met het publiek. Zoals eerder vermeld, ik ben bepaald geen kenner van hun werk, maar zo nu en dan hoor ik iets wat ik herken. Voor “No tears” zou dat zeker hebben gegolden, maar naarmate het concert vordert begin ik steeds meer de indruk te krijgen dat het niet op de setlist staat. Dat blijkt te kloppen maar het geeft niets, en bovendien zou het gelet op wat de band vanavond heeft laten horen een nogal vreemde eend in de bijt zijn geweest. “No tears” is voor Tuxedomoon een reeds lang gepasseerd station, maar indachtig de titel: niet getreurd want er stond veel bijzonders tegenover. Na de laatste toegift nemen de heren dankbaar het applaus in ontvangst van het publiek dat in getale voor een goede opkomst heeft gezorgd. Maar dat heeft de band dan ook meer dan beloond én verdiend.
Meer foto’s hier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten