dinsdag 4 oktober 2011

Metropolis - Rotterdam : Zuiderpark : zondag 03 juli 2011

New Music First, zo luidt de slogan van het Metropolis festival, dit jaar alweer de 23e editie, dus nog twee jaar te gaan tot er sprake is van een jubileum. Of dat dan zoals altijd ook weer gratis zal zijn, hangt af van de bezuinigingen op cultuur die het kabinet in petto heeft. Wanneer de festivalorganisatie verplicht wordt om te gaan meebetalen aan politie-inzet, zou het wel eens een ander verhaal kunnen worden. En dat zou jammer zijn, want juist het gratis karakter van het festival lokt bezoekers van diverse pluimage naar het gemoedelijke en sfeervolle Metropolis, van jonge gezinnetjes tot gepensioneerden die zittend, staand of rondwandelend kennis kunnen nemen van nieuwe muziek. En daar ontbreekt het dan ook niet aan.

Het duo Death Letters uit Dordrecht speelt praktisch een thuiswedstrijd. Ik zag ze twee jaar geleden op dit festival, en kon me toen niet aan de indruk onttrekken dat ze wel erg gecharmeerd waren van The White Stripes, en niet alleen vanwege de samenstelling van een zingende gitarist en een drummer. De bluesrock van destijds is ondertussen ingeruild voor een energieke mix van doordenderende drums, vet aangezet gitaarwerk en een zanger die de schreeuwreikwijdte van zijn stembanden graag mag uittesten. Niets nieuws onder de zon, wel een band die goed gebruik maakt van zijn potentieel.
Het uit San Francisco afkomstige trio Weekend heb ik op basis van hun debuutalbum “Sports” vandaag aangekruist als een ‘must see’ band. De band lijkt zich eveneens een doel te hebben gesteld: ‘must make noise’. Hun gitzwarte noiserock die weinig lucht geeft tot ademen doet me na een paar nummers als vanzelf een paar passen van de speakers wegstappen. “Age class” en “Coma summer” – dat het optreden afsluit met een My Bloody Valentine-achtige finale – springen er, net als op het album trouwens, bovenuit. Andere nummers willen wel eens verzanden in een brei van snoeihard, monotoon lawaai, die even alle vorm van eventuele zondagsrust bruut om zeep helpt. Een alternatief weekend, kortom.

De prijs voor de leukste naam van de dag gaat naar Kleine Viezerik. De Amsterdamse rapper, Renaldo Dollard voor zijn moeder, kampt kortstondig met technische problemen, maar laat zich daardoor niet uit het veld slaan. In zijn rode trainingspak en met evenveel bling bling aan en om zijn handen en armen als op zijn gebit, weet hij het publiek te verleiden tot menige ‘call & response’. Nu nog een paar ranzige anekdotes en obsceen gezwaai met zijn al dan niet ook met bling bling versierde piemel, en dan hebben we pas echt van doen met een kleine viezerik.
Halfway Station maakt folkpop die in het huidige muzikale klimaat waarin acts als Mumford & Sons, Noah And The Whale en Laura Marling grote successen oogsten, kans van slagen zou hebben. Maar net als hun bandnaam al aangeeft, valt er nog een weg te gaan. Tot op een zekere hoogte komt het charmant over, maar uiteindelijk klinkt het te braaf en te weinig uitzonderlijk, en er dient zich geen song aan die het (hit)verschil zou kunnen gaan maken.

Ik lig lekker in het zonnetje in het gras aan de oever van de vijver te kijken naar kinderen die zich vermaken in doorzichtige bollen die op het wateroppervlak drijven. In de verte hoor ik muziek, maar in mijn relaxmodus dringt het niet echt tot me door. Half rechtop gezeten vang ik steeds meer op en geconcentreerder luisterend, word ik toch wel nieuwsgierig. Ik moet het blokkenschema erbij halen om erachter te komen wie er op het podium staan. Het blijkt een Nederlandse band genaamd The Phantom Four & The Arguido en het podium naderbij komend, herken ik al snel een regelmatig in de vaderlandse muziekscène opduikende persoonlijkheid: Rudeboy. De combinatie van surfrockband en ‘The Arguido’ (dat naar ik aanneem een nieuw alias is voor de beweeglijke zanger / rapper) blijkt wonderwel goed te werken.
The Deaf probeert de beatdagen van hun thuishaven Den Haag te doen herleven en dat doen ze met verve. Vooral zanger / gitarist Frans van Zoest, beter bekend als Spike en van zijn andere band Di-Rect, draagt met zijn humor en enthousiasme bij aan het sympathiegehalte voor dit kwartet, een gangmaker pur sang. De toetsenist laat zijn orgel vervaarlijk van voor naar achter zwiepen, wat er blijkbaar een dag eerder toe leidde dat het instrument van het podium afkieperde. De garage- annex beatrock van The Deaf ligt lekker in het gehoor, en ofschoon het wat mij betreft nog best iets smeriger mag klinken, is het veruit te prefereren boven Spikes fulltime baan.

Het gezicht van Kurt Vile gaat regelmatig verscholen achter een flinke bos haar. Niet dat daar verder een reden voor dient te zijn, want Kurt Vile & The Violators hoeven zich nergens voor te schamen. Het stemgeluid van Kurt hangt ergens tussen Neil Young en Tom Petty in, met vlagen van Bob Dylan, en het songmateriaal is gevarieerd, waarbij kan worden geput uit vier albums, met zijn meest recente “Smoke ring for my halo” geldend als ‘doorbraakplaat’. Ik ben amper bekend met ’s mans werk maar als dit concert er een representatieve dwarsdoorsnede van moet voorstellen, dan is de (grotere) belangstelling die Kurt nu ten deel valt beslist verdiend. De band weet mijn aandacht vooral te trekken met de openingstrack – waarbij de slagwerker met een paukenstok en een hand drumt! – en het lang uitgesponnen, door fuzzgitaren gedomineerde “Hunchback”, een koppelstuk tussen The Stooges en The Velvet Underground. Single “Jesus fever” is meer traditioneel van opzet, net als “Freeway”, die eveneens door de keuring komen. Een voorlopig hoogtepunt.
In de categorie ‘hé, dat klinkt leuk maar helaas moet ik doorlopen naar een nabijgelegen winkelcentrum om daar batterijen te kopen voor mijn fotocamera want de reserve-exemplaren die ik bij me heb blijken de verkeerde te zijn’ stuit ik op Lola Kite, een Nederlandse band die in aanmerking komt voor een herkansing, puur op basis van dat ene nummer – titel mij onbekend – dat ik ze hoor spelen. Na mijn aankoop en terugkeer op het festivalterrein pik ik een stukje mee van SX, een duo uit Kortrijk dat melancholische, etherische synthesizerpop maakt. Helaas ben ik er niet voor in de stemming.

Zonder enige twijfel is Tim Harrington, het ontegenzeggelijke boegbeeld van Les Savy Fav, de meest gefotografeerde man op Metropolis dit jaar. Hij geeft er dan ook alle aanleiding toe. Zijn opkomst met een Shirley Temple-achtige pruik is nog maar het begin. Vervolgens gaat de pruik af, en hangt het shirt open voordat het helemaal uit wordt getrokken. Tim besmeurt zichzelf met een rode vloeistof, gaat tussen het publiek staan, maakt her en der een praatje terwijl de muziek doorgaat, en dan gaat ook de broek uit, zodat niet meer dan een witte boxershort overblijft die prompt wordt beklad zodat het lijkt alsof Tim een bloedende penis heeft. Hij klimt op de geluidstoren, trekt armwarmers gaan, verorbert al zittend een banaan, zet een bouwvakkerhelm op, doet het laatste ook bij zijn collega bandleden, zingt een stukje “YMCA” en beklimt de speakers. Het publiek vergaapt zich aan de onvoorspelbare capriolen van Tim, en dan zou je bijna vergeten dat de rest van de band ‘gewoon’ muziek aan het maken is, als was het slechts een soundtrack of achtergrondmuziek voor Tim’s fratsen. Maar dat is het beslist niet, want wie zich niet al teveel laat afleiden door de aandacht opeisende zanger, heeft in de gaten dat Les Savy Fav een verdomd goede band is. Net als twee jaar geleden, toen op hetzelfde podium, eveneens een kale, dikke, deels ontblote zanger het visuele middelpunt was, geruggensteund door een prima (punk)band. Het Amerikaanse Fucked Up ging toen met de dagprijs aan de haal, dit jaar valt Les Savy Fav die eer ten deel met hun strakke, venijnige, aan ‘Bloc Party met een post-hardcore twist’ doen denkende rock in combinatie met een unieke, kolderieke frontman.
Mocht de bandnaam Grouplove connotaties oproepen met hippies, wel… dan zou dat heel goed de bedoeling kunnen zijn geweest. Moderne hippies, dat dan weer wel, die een oprechte air van ‘vrijheid blijheid’ over zich hebben, maar belangrijker nog zich in staat tonen om dat gevoel op een natuurlijke manier over te brengen op het publiek. Bassist / zanger Sean Gadd, de enige Brit van het verder uit Amerikanen bestaande kwintet, ziet er met zijn flaphoed, lange haren, baard en snor overigens nog het meeste uit als een ouderwetse hippie. De folky poprock van Grouplove is aanstekelijk in zijn levendigheid, optimisme en enthousiasme, en zo wordt het ook gebracht. Op plaat kon ik tot dusverre nog niet de klik vinden, maar live ben ik overtuigd, iets waar ik, afgaande op de reacties om me heen, bepaald niet alleen in sta. Met een liedje als “Colours” krijg je zelfs de grootste zuurpruim mee. Grouplove? Dacht het wel!

De term ‘wereldmuziek’ is prima van toepassing op Tamikrest, een Malinees gezelschap dat toebehoort tot het Toeareg volk. Ze combineren de wereld van westerse rockmuziek, meer bepaald moerassige psychedelica is wat ik erin terughoor, met die van hun eigen Afrikaanse roots. Dat levert warme, en even intrigerende als hypnotiserende klanken op die, zeker in combinatie met de aangename zonnestralen, in het hier en nu erg op hun plek zijn. Zelfs een xenofoob als Wilders zou deze muzikale multiculti kunnen waarderen. “Zolang ze natuurlijk maar na het optreden weer teruggaan naar hun eigen land”, hoor ik hem dan al denken…
De Nederlandse inbreng van zowel Pioneers Of Love als La Boutique Fantastique ben ik al zodanig snel beu dat ik er verder geen aandacht aan besteed, en dan rest slechts nog de allerlaatste band van het festival, headliner The Vaccines. Hun niet overtuigende podiumdebuut op Hollandse bodem (Paradiso) in februari jongstleden is hen dankzij een puntig en pakkend debuutalbum eigenlijk al vergeven, maar vandaag volgt de revanche op de bühne, in een half uur tijd bewijzend dat The Vaccines wel degelijk tot een van de meest veelbelovende indie gitaarbands behoren die dit jaar uit het spreekwoordelijke ei zijn gekropen. “If you wanna” staat garant voor de meeste meezingers, “Wreckin’ bar (ra ra ra)” en “Nørgaard” houden het tempo lekker hoog en de refreintjes van “Blow it up” en “Post break-up sex” hebben een hoog kleefrijstgehalte. En met deze laatste muzikale vaccinatie komt een gevarieerde en zeer tot tevredenheid stemmende editie van Metropolis tot een einde. Dat er nog maar vele mogen volgen, gratis of niet… Meer foto’s hier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten