zondag 9 oktober 2011

Summer Darkness (Classic Sunday) - Utrecht : Tivoli : zondag 31 juli 2011


Het is de eerste keer dat ik het driedaagse (voor mijn slechts één dag) Summer Darkness festival bezoek, het ‘gothic’ evenement dat sinds 2003 in de binnenstad van Utrecht wordt gehouden. Voorheen had ik er namelijk weinig te zoeken: ik ben geen gothic en op muzikaal vlak had het festival me niets tot weinig te bieden, uitzonderingen (Bauhaus in 2006) daargelaten. Dit jaar ben ik wel van de partij, niet omdat ik alsnog tot de gothic lifestyle ben bekeerd maar omdat de programmering van de zgn. ‘classic Sunday’, plaatsvindend in zaal Tivoli, me erg aanspreekt. Het zit ‘m vooral in de term ‘classic’ want dat verwijst naar de allereerste lichting ‘gothic’ bands anno eind jaren zeventig, toen ik het als post-punk genre voor het eerst leerde kennen en ermee wegliep. Gothic heb ik dan ook in visuele en muzikale zin altijd gekoppeld aan iconische bands / artiesten als het al genoemde Bauhaus, The Cure en Siouxsie & The Banshees, met de twee laatstgenoemden als leveranciers van kapsel- en modevoorbeelden voor heren (Robert Smith) en dames (Siouxsie Sioux). Met de hedendaagse uitingen van gothic, zowel in beeld als geluid, heb ik eerlijk gezegd zo goed als niets, al waardeer ik de moed en creativiteit die velen vandaag durven vertonen in hun buitenissige, veelal naar fetisjisme neigende outfits, zoals ook te zien tijdens een modeshow. Was gothic vroeger een uitvloeisel of verwant van punk en new wave, anno 2011 lijkt het in brede zin te zijn geclaimd door onder andere (sprookjes)metal, emo en industrial, wat zich dus ook weer uit in bijbehorende kleding- en coiffurestijlen, variërend van 19e eeuwse doodgraver tot cyberpunk. Ik houd het vandaag op een simpele zwarte broek / T-shirt combinatie. En bruine schoenen…


De Deense band The Wars laat ik aan me voorbijgaan, die spelen me iets te vroeg op deze zondag en bovendien geloof ik hun Interpol imitatie wel. Ook vroeg, in ieder geval voor de band, moet het Britse kwartet Ulterior aan de bak. Het is vier uur in de middag, buiten schijnt de zon, terrasjes zijn gevuld, en in een niet erg vol Tivoli met tegenover zich een afwachtend, amper bekend met de band zijnde publiek, moet Ulterior op een voor hen niet ideaal tijdstip proberen om hun donkere, smerige, zwart leren jack rock tot leven brengen. De mede maar vooral door The Sisters Of Mercy beïnvloedde sound – ze fungeerden niet toevallig als voorprogramma tijdens een SOM tournee – moet een belangrijke reden zijn geweest om Ulterior vandaag deel uit te laten maken van Classic Sunday. Ik leerde de band kennen toen ze nog een kruising waren tussen Suicide en The Jesus And Mary Chain, luister hun eerste trits singles er maar op na, doch met debuutalbum “Wild in wildlife” is de koers verlegd naar zoals gezegd TSOM, raakvlakken vertonend met Black Rebel Motorcycle Club en Billy Idol. “Too early for you tramps?” vraagt zanger Paul McGregor spottend wanneer het nog onwennige publiek stil blijft na afloop van een nummer. “We’re a good band”, verklaart Paul later, blikjes bier uitdelend aan een drietal mensen dat enige vorm van publieksparticipatie vertoont. Maar wanneer de ontvangers de blikjes aannemen, krijgen ze daar een sarcastische toevoeging bij: “You have no morals!”


Paul hangt zelf de stoere, coole rocker uit, geheel gehuld in zwart leer, quasi nonchalant aan zijn microfoon hangend, op zijn knieën teksten uitkramend of poses volgens het boekje aannemend. Het is een attitude die alleen werkt als iemand er zelf in gelooft, en dat is hier het geval. Net als het clichématige bewuste schouderbotsinkje tussen bassist Mickey (met zonnebril op) en gitarist Simmons. Pauls broer Benn staat, ook met zonnebril en leren jack, op de achtergrond het toetsen- en knoppenwerk te verzorgen. Wat dat betreft doet de band zijn naam eer aan: aan het ‘ulterior’, de buitenkant dus, wordt veel waarde gehecht. Het doet gespeeld aan, maar zoals gezegd: ze geloven er zelf heilig in. Saillant detail: Paul is een oud-voetballer die onder andere acht jaar bij Nottingham Forest speelde en weinig succesvol was met een Britpop bandje namens Merc! De set omvat alleen songs van “Wild in wildlife” zoals “Sex war sex cars sex”, “Big city black rain” (hoe ‘van dik hout zaagt men planken’ songtitels wil je het hebben?) en de titelsong waarmee het optreden wordt beëindigd. Veel nieuwe fans zal het Ulterior niet hebben opgeleverd, de poses ten spijt.



Als je de ‘hedendaagse’ bands The Wars en Ulterior even buiten beschouwing laat, zou de line-up van deze Classic Sunday met bands als Killing Joke, Nitzer Ebb en The Neon Judgement kunnen doorgaan voor een miniversie van Sinner’s Day. TNJ opende nota bene de allereerste editie van genoemd festival (in 2009), iets wat ze trouwens ook deden op Pukkelpop, in 1985! De twee Belgen, niet te verwarren met de gelijknamige new wave band, te weten Dirk Da Davo en TB Frank (resp. Dirk Timmermans en Frank Vloeberghs voor hun moeders), lijken het ‘kaal en dik geworden’ syndroom, dat bands van hun leeftijd wel vaker overkomt, te zijn ontlopen. Ergens eind jaren tachtig zag ik ze voor het eerst, in dancing Stoba te Echt, een van de weinige Limburgse uitgaansgelegenheden waar je terecht kon voor alternatieve muziek. Wat me vooral van dat optreden is bijgebleven zijn de twee ‘danseressen’ die geen enkele muzikale functie hadden en puur waren ingehuurd (?) om met sexy, ongenaakbare blikken rond Dirk en Frank heen te kronkelen, tegen ze aan te rijden en andere suggestieve lichaamsbewegingen te maken, de fantasie van menige mannelijke toeschouwer op hol doen slaand. “Horny as hell”, zo heette een album van de band dat rond deze periode uitkwam, en dat werd die avond op onvergetelijke wijze gevisualiseerd. Een kleine kwart eeuw later moeten we het helaas zonder de dames doen, maar dat mag de pret niet drukken. Het duo gaat terug in de tijd door rijkelijk te plukken uit debuutalbum “1981-1984” (feitelijk een compilatie), wat neerkomt op circa drie kwartier aan new wave electropop  zoals het lekkere “Fashion party” en “Factory walk”. Tussen de nummers door gemaakte, soms grappig bedoelde opmerkingen komen niet helemaal aan, en enkele songs moeten het afleggen tegen de aandachtsspanne, maar over het algemeen weet het duo hun neon rechtsspraak in hun voordeel te beslechten.


Potentieel Sinner’s Day materiaal volgt in de gedaante van het sinds 2006 weer herenigde Nitzer Ebb dat oude tijden doet herleven met hun opzwepende elektronische DAF punk, om er maar een toepasselijke woordspeling op los te laten. De set bevat een aantal relatief recente songs zoals “Payroll” en “Down on your knees”, maar het zijn natuurlijk vooral de ‘golden oldies’ die het publiek een nostalgie boost van jewelste geven en in beweging doen komen, vooral tijdens “Join in the chant”, “Murderous” en het opzwepende “Let your body learn”, het knallende trio singles van debuutalbum “That total age” (’87). Maar ook later werk als “I give to you”, “Shame”, “Hearts and minds”, “Lightning man” en het dwingende “Control i’m here” gaan erin als de spreekwoordelijke koek. Zanger en frontman Douglas McCarthy blaft zijn teksten in de microfoon terwijl collega oudgediende Vaughan ‘Bon’ Harris de knoppen bedient en zo nu en dan een drum ranselt. En ja, onder het genot van de straffe klassiekers gaan de gedachten terug naar oude tijden toen ‘that total age’ nog het heden was, en woordspelingen op Nitzer Ebb zoals ‘Bietser Ed’ en ‘Fietser Ed’ tot de wekelijkse ‘inside jokes’ behoorden.



Waar andere bands uit financiële overwegingen, misplaatste nostalgie of louter terend op het verleden zich weer in het zadel hebben gehesen, vormt het Killing Joke het levende bewijs dat je na een dikke dertig jaar nog steeds relevant kan zijn, vooral dankzij een gedeelde liefde voor elkaar, de band en de muziek. Youth verdient een goede boterham als producer, maakte samen met Paul McCartney een album (als The Fireman), en Coleman is een succesvolle componist (en dirigent) van klassieke muziek. Oftewel: er zijn geen geldelijke of zakelijke motieven om Killing Joke in stand te houden, alleen muzikale en vriendschappelijke, en dat is iets wat de band weet uit te stralen.


Met een warme, snelle hap nog maar net in de maag loop ik tien minuten voor aanvang van het Killing Joke concert de zaal van Tivoli binnen, in de verwachting dat het er erg druk zal zijn. Het is inderdaad redelijk vol, maar tot mijn eigen aangename verbazing loop ik moeiteloos door tot voor aan het podium. Er heerst een ontspannen, bijna gemoedelijke sfeer, die ook op het podium zichtbaar is. Op het gezicht van bassist Youth verschijnt regelmatig een glimlach bij het zien van toeschouwers die meezingen, dansen of op een andere manier uit hun dak gaan. De monotone, pulserende tonen van “Requiem” vormen het startschot van een dik uur durende, compacte set die weliswaar geen verrassingen kent – althans voor degenen die de band de afgelopen jaren een paar keer gezien hebben, ondergetekende incluis – maar wel de vertrouwde smaakmakers bevat die het optreden (weer) de moeite waard maken.



Toch is er een verrassing, voor mij een onverwachte, en dat geldt voor de bezetting. Achter de drumkit zit namelijk niet Paul Ferguson maar een kaal heerschap die ik niet ken. Ik heb geen idee of de afwezigheid van Paul van tijdelijke dan wel permanent aard is – de Killing Joke website geeft geen informatie op dat punt – maar diens vervanger kwijt zich met verve van zijn taak. Hij ramt erop los alsof er heipalen worden ingeslagen, en zijn fanatieke gebeuk valt ook Geordie op, die met een lachje oogcontact zoekt met Youth en hem met een hoofdknik wenkt in de richting van de drummer: “Moet je hem nou zien meppen!” Jaz Coleman, in zijn bekende overall en met beschilderd gezicht, is de vocale en visuele aanjager, Geordie trekt kalm zijn unieke muur van geluid op, Youth zorgt voor een post-punk groovy fundament, dichtgesmeerd met de dreigende keyboardtapijten die live bandlid Reza Udhin voor zijn rekening neemt. Oud (o.a. “Love like blood”, “Asteroid”), ouder (“The wait”, “War dance”, “Madness”) en nieuw (“Depthcharge”, “European super state”, “This world hell”, allen van het in 2010 verschenen album “Absolute dissent”) wisselen elkaar af, totdat toegift “Pandemonium” een krachtig einde maakt aan niet alleen dit concert, maar ook aan een geslaagde editie van Classic Sunday.

Meer foto’s hier!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten